Artsen gebruiken matjes van mesh voor verschillende behandelingen waarbij het lichaamseigen weefsel gescheurd is. Bijvoorbeeld om een liesbreuk te behandelen of voor het herstellen van een verzakking van de bekkenbodem. Deze pagina gaat alleen over de matjes die artsen gebruiken voor herstel van een verzakking van de bekkenbodem: de urogynaecologische mesh, ook wel bekkenbodemmatjes, genoemd.

Verschillende soorten behandelingen

Artsen kunnen een verzakking in de bekkenbodem op verschillende manieren behandelen. Dat kan met lichaamseigen weefsel of met een bekkenbodemmatje. Een bekkenbodemmatje is een kunststof implantaat, dat permanent wordt vastgezet in het lichaam. Het is daarna bijna niet mogelijk om het geheel te verwijderen. Een arts gebruikt een matje alleen als andere behandelingen voor de verzakking niet of onvoldoende helpen.

Er bestaan verschillende typen matjes voor de bekkenbodem. Het RIVM heeft een overzicht gemaakt van de verschillende typen bekkenbodemmatjes. Een arts kan het matje via de vagina inbrengen, of via de buik. Matjes die gebruikt worden bij een ingreep via de vagina worden ook wel ‘(trans)vaginale bekkenbodemmatjes’ genoemd. Voor dit type matje is veel aandacht geweest gezien eerder gebleken complicaties en klachten.

Patiënten geven soms aan ook klachten te ervaren van matjes die artsen via de buik plaatsen, de ‘transabdominale bekkenbodemmatjes’. En ook bandjes (slings) die gebruikt worden om incontinentie tegen te gaan, kunnen soms klachten veroorzaken. Ze bestaan uit hetzelfde materiaal als de bekkenbodemmatjes.

Richtlijn NVOG

Gynaecologen, verenigd in de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG), werken volgens een behandelrichtlijn voor bekkenbodemverzakkingen en incontinentie met implantaten. In 2020 is deze richtlijn verscherpt naar aanleiding van gebleken complicaties bij patiënten. De eisen voor toepassing van transabdominale bekkenbodemmatjes en incontinentieslings werden strenger. Daarnaast werden de 2 typen transvaginale bekkenbodemmatjes uit voorzorg (voorlopig) alleen nog in klinisch studieverband toegepast. Dus met extra voorzorg en uitgebreide monitoring. 

Sinds 25 juli 2025 is dit laatste aspect aangepast door de NVOG, in afstemming met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Eén type vaginaal bekkenbodemmatje - de Calister S van fabrikant Promedon - kan nu buiten klinisch studieverband gebruikt worden. Extra voorzorgsmaatregelen blijven daarbij van kracht: het kan alleen in de 6 gespecialiseerde ziekenhuizen in Nederland, door speciaal getrainde specialisten en patiënten krijgen uitgebreide voorlichting en worden intensief gevolgd. 

Deze aanpassing komt voort uit de afronding van de studie naar de Calister S in begin 2025. De voorlopige resultaten lieten geen onverwachte negatieve bevindingen zien en de complicaties bleken beperkt. De meeste betrokken patiënten gaven aan tevreden te zijn met de behandeling. Navraag van de inspectie naar wereldwijde ervaringen met dit implantaat bevestigde dit beeld. De inspectie en NVOG blijven in contact over toekomstige bevindingen. 

Wat ging vooraf?

De inspectie ontving tussen 2009 en 2012 veel meldingen over complicaties na ingrepen met bekkenbodemmatjes. De eerste meldingen waren aanleiding om een onderzoek te starten. Die meldingen gingen vooral over matjes die via de vagina worden ingebracht in de bekkenbodem; de transvaginale bekkenbodemmatjes. Naar aanleiding van klachten zijn in Nederland sinds 2011-2012 maatregelen getroffen.

Sindsdien zijn de richtlijnen voor artsen strenger geworden. Uitgangspunt is dat artsen alleen nog bekkenbodemmatjes plaatsen wanneer andere behandelingen onvoldoende helpen. Bovendien voeren alleen speciaal getrainde specialisten in 6 gespecialiseerde ziekenhuizen een behandeling met transvaginale matjes uit. Dit omdat de plaatsing ervan precisie, maatwerk en specifieke ervaring vraagt. 

Heeft u binnenkort een ingreep voor een verzakking?

Een operatie heeft altijd risico’s. Dat betekent dat er altijd kans is dat u klachten aan de operatie overhoudt. Dat geldt zeker voor operaties waarbij een implantaat wordt gebruikt. Uw arts is verplicht u over deze risico’s te informeren. Ook moet uw arts u vertellen welke andere behandelingen voor u mogelijk zijn. U kunt dan samen met uw arts overleggen wat voor u de beste behandeling is.

Moet u binnenkort een ingreep ondergaan voor een verzakking? Dan is het belangrijk dat u hierover goede voorlichting krijgt. Schrijf daarom alle vragen op die u hebt. Neem de vragen mee naar het gesprek met uw arts. U kunt uw vragen dan stellen tijdens het gesprek met uw arts. Er staat ook informatie op DeGynaecoloog (de patiëntenwebsite van de NVOG) en op Bekkenbodem4all.

Bijwerkingen melden

Bijwerkingen met implantaten kunt u melden bij het Meldpunt & Expertisecentrum Bijwerkingen Implantaten. Meer informatie over vragen of klachten over de zorg vindt u bij het Landelijk Meldpunt Zorg.