Standpunt gynaecologen

Gynaecologen zijn de artsen die ingrepen met bekkenbodemmatjes vaak uitvoeren. Zij hebben eind 2012 een standpunt geschreven, dat in mei 2014 is herzien: Nota Gebruik van kunststof materiaal bij Prolaps chirurgie. In februari 2020 is hierop een aanvulling gepubliceerd: StandpuntTransvaginale meshzorg in Nederland. Zij willen hiermee de kwaliteit van operaties met matjes verbeteren. In het standpunt staan eisen die de artsen zelf aan de ingreep stellen. Bijvoorbeeld wanneer een matje gebruikt kan worden.

In februari 2020 heeft de inspectie het standpunt ingenomen dat transvaginale bekkenbodemmatjes alleen nog binnen streng gereguleerd medisch-wetenschappelijk onderzoek mogen worden toegepast:  Transvaginale bekkenbodemmatjes alleen nog toegepast onder strenge regels.

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft dat standpunt ingenomen na eerste resultaten uit een onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu naar bekkenbodemmatjes. Door de strenge regels voor medisch-wetenschappelijk onderzoek worden er meer voorzorgsmaatregelen genomen om de patiënt te beschermen.
Een matje is bijvoorbeeld niet altijd de beste oplossing. Pas wanneer een verzakking vaker terugkomt, kan een matje gebruikt worden.
Naast gynaecologen zijn er ook andere artsen die matjes gebruiken. Bijvoorbeeld chirurgen die verzakkingen van de darm behandelen. Of urologen die incontinentie behandelen (plas niet op kunnen houden). Daarom hebben deze verschillende artsen in november 2014 samen een richtlijn opgesteld. Zij beschrijven hierin de eisen waaraan een operatie voor een verzakking moet voldoen.Deze richtlijn heet ‘Richtlijn Prolaps’.