Bestuurders zijn eindverantwoordelijk voor de kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. De meeste bestuurders zijn hiervoor goed toegerust, kijken vooruit bij veranderingen en nemen hun verantwoordelijkheid.
Door goed bestuur, toezicht en samenwerking zorgen we voor goede en veilige zorg
Als er problemen zijn met het besturen van een zorginstelling kan dit ten koste gaan van de kwaliteit van zorg. Bijvoorbeeld omdat:
er gedwongen ontslagen vallen;
de bestuurder en toezichthouder niet in staat zijn om samen een koers uit te zetten;
er onvoldoende focus is voor goede zorg.
Als Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en/of de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) signalen krijgen dat het niet goed gaat dan:
toetst IGJ of er risico's zijn voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg;
toetst de NZa of de zorg nog betaalbaar en toegankelijk is.
Als een van deze zaken in gevaar is spreken zij de bestuurder en zo nodig de interne toezichthouder hierop aan.
Gezamenlijk kader Goed Bestuur
IGJ en de NZa hebben allebei de ervaring dat een goed financieel beleid en goede zorg vaak samen op gaan. Het is daarom niet alleen effectief, maar ook logisch dat deze externe toezichthouders elkaar informeren over relevante signalen. Daar waar dat nodig is zetten zij gezamenlijk een strategie uit voor het toezicht. Ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid. In een gezamenlijk kader Goed Bestuur staat voor bestuurders duidelijk uitgelegd waar bij toezicht op bestuur de focus ligt. En wat we van bestuurders en intern toezichthouders verwachten.
Wat merkt een bestuurder in de praktijk van dit kader Goed Bestuur? Wanneer weet u of u het als bestuurder goed doet? Antwoord op deze vragen staan hieronder.
Bestuurders zijn eindverantwoordelijk voor de kwaliteit, veiligheid, betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg. De meeste bestuurders zijn hiervoor goed toegerust, anticiperen tijdig op veranderingen en nemen hun verantwoordelijkheid.
Tegelijkertijd zien de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voorbeelden van zorgorganisaties die bestuurlijk in de problemen raken, die het financieel niet redden, waar gedwongen ontslagen vallen of waar bestuurder en toezichthouder niet in staat zijn gezamenlijk een koers uit te zetten.
Daar waar IGJ en/of NZa signalen hebben dat het niet goed gaat, toetst de IGJ of de kwaliteit en veiligheid in het geding zijn en de NZa toetst of de betaalbaarheid en toegankelijkheid in gevaar komen. Wanneer dit inderdaad zo is of dit dreigt te gebeuren, spreken zij hierop de bestuurder en zo nodig de interne toezichthouder aan.
Wij hopen dat de aandachtspunten uit dit kader onderwerp van gesprek zijn in zorgorganisaties. IGJ en NZa zullen ook een beroep doen op brancheorganisaties om het onderwerp Goed Bestuur actief te agenderen.
Alle belanghebbenden van de organisatie, zoals de interne toezichthouders, de cliëntenraad en de professionals hebben de mogelijkhied om met elkaar hetgesprek te voeren over de besturing van de organisatie. De thema’s waar het om gaat: resultaten, gedrag, cultuur de systemen, correct registreren, declareren en transparantie. Het is aan de zorgorganisaties zelf om hier verder invulling aan te geven. Het kader is geen afvinklijstje.
Wanneer er zorgen of signalen zijn dat zaken niet goed lijken te gaan, vragen de externe toezichthouders verantwoording aan de bestuurder. Wij verwachten in de reactie van bestuurders openheid en transparantie. Daarnaast moet de bestuurder kunnen vertellen en desgevraagd laten zien op welke manier de thema’s in dit kader nageleefd worden.
Zorgverlening gaat gepaard met risico’s en dilemma’s. Voor bestuurders is het van belang zicht te hebben op wat er zich in de organisatie afspeelt en hoe zich dat verhoudt in de context van ontwikkelingen in de maatschappij.
Bestuurders hebben altijd met dilemma’s te maken. Het gaat erom hoe zij hiermee omgaan en welke keuzes zij daarin maken. Voorbeeldgedrag speelt hierbij een belangrijke rol.
IGJ en NZa hebben allebei de ervaring dat een goed financieel beleid en goede zorg vaak samen gaan. Het is daarom niet alleen effectief maar ook logisch dat deze extern toezichthouders elkaar informeren over relevante signalen.
Daar waar dat nodig is zullen zij gezamenlijk een strategie uitzetten voor het toezicht, ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid. Door in een gezamenlijk kader uit te leggen waar bij toezicht op bestuur de focus ligt, vergroten we de duidelijkheid voor bestuurders.
In de zorgbrede governance code staat welke rol de raad van toezicht heeft. Op deze pagina uit het kader Goed Bestuur kunt u lezen wat de inspectie verwacht van de raad van toezicht.
Taken van de inspectie over naar NZa
Wanneer het wetsvoorstel ‘Aanpassingswet Wet toetreding zorgaanbieders’ wordt aangenomen door de Tweede Kamer en vervolgens door de Eerste Kamer, dan gaan een drietal toezichttaken van de inspectie over naar de NZa. Het betreft het toezicht op:
Ook na de overgang van deze toezichttaken blijft de inspectie toezien op de bestuurlijke en bedrijfsmatige randvoorwaarden voor het leveren van kwalitatief goede en veilige zorg en nauw met de NZa samenwerken.
Toezicht integere bedrijfsvoering
De inspectie heeft een driejarig programma toezicht op integere bedrijfsvoering:
We breiden onze kennis uit over accountancy en ondernemingsrecht. Zodat we beter toezicht kunnen houden op de bedrijfsvoering van een zorginstelling.
We ontwikkelen indicatoren voor toezicht op financieën en integriteit.
We willen inzichtelijk maken wat het effect van ons toezicht op goed bestuur is.