Inspectiebezoek gehandicaptenzorg

Wat willen inspecteurs zien en weten, en waar letten zij op tijdens een inspectiebezoek? De inspecteurs bezoeken meestal meer afdelingen van een zorginstelling. Ook spreken ze met verschillende betrokkenen zoals familie, medewerkers, behandelaars en de cliëntenraad.

Video's over een inspectiebezoek

In 4 korte video's vertellen inspecteurs waar zij op letten en hoe een inspectiedag verloopt:

Observaties en gesprekken

Onze inspecteurs proberen een beeld te krijgen van het leven en het werk van cliënten. Daarom zijn we een groot deel van de dag in de woningen en/ of op zorglocaties aanwezig. Daar observeren de inspecteurs de cliënten en hun begeleiders in verschillende situaties. Ze praten met begeleiders en kijken bijvoorbeeld naar het contact tussen de cliënten en de begeleiders. Inspecteurs maken daarbij gebruik van de observatiemethode SOFI: Short Observational Framework for Inspection.

Daarnaast praten inspecteurs met de bewoners en hun vertegenwoordigers, met medewerkers, behandelaren en met de cliëntenraad. Ook bekijken ze cliëntdossiers. Als dat kan, zijn inspecteurs ook aanwezig bij een overleg of een overdracht tussen twee diensten.

Toetsingskader en inspectiebezoek

Onze inspecteurs gebruiken tijdens een bezoek het toetsingskader voor gehandicaptenzorg. In het toetsingskader staat waar onze inspecteurs naar kijken tijdens een inspectiebezoek.

Tijdens een inspectiebezoek kunnen de volgende onderwerpen aan bod komen:

  • Is de zorg persoonsgericht?

Heeft de cliënt de regie en wordt hij daarbij ondersteund door zijn naasten en de zorgmedewerkers? Is het startpunt: wat wil de cliënt? Kent de zorgverlener de cliënt? Kent hij bijvoorbeeld zijn geschiedenis, weet hij wat de cliënt belangrijk vindt en wat de cliënt niet wil? Hoe is de relatie tussen cliënt en zorgverlener? Luistert de zorgverlener goed naar de cliënt en zijn naasten?

  • Is de zorgverlener deskundig? En worden zorgverleners goed ingezet?

Hebben de zorgverleners voldoende kennis en vaardigheden om goede zorg te bieden? Krijgen ze voldoende scholing? Werken ze volgens de juiste richtlijnen? Past de samenstelling van het personeel bij de zorg- en ondersteuningsbehoeften van de cliënten ?

  • Biedt de zorgaanbieder een veilig werkklimaat?

Daarnaast is een belangrijk punt voor de inspectie: een veilig werkklimaat. De inspectie onderzoekt of de zorgmedewerkers zich voldoende veilig voelen om open te kijken naar de manier waarop ze zorg leveren. Wat is de kwaliteit van de geleverde zorg? Is de zorg persoonsgericht of kan dat nog beter? Ondersteunt de zorgaanbieder de medewerkers zodat ze kunnen leren van successen, (bijna)incidenten, (bijna)fouten en klachten?

  • Stuurt de zorgaanbieder goed op kwaliteit en veiligheid?

Voor goede zorg is goed management een belangrijke voorwaarde. Het management stuurt op alle voorwaarden die bijdragen aan de kwaliteit van zorg. Als het management onvoldoende stuurt, kunnen er in de dagelijkse zorg dingen misgaan die zorgverleners niet altijd kunnen voorkomen. De zorgaanbieder zorgt ervoor dat zorgverleners methodisch werken. Methodisch werken houdt in dat het personeel  werkt volgens de Plan-Do-Check-Act -cyclus. Dit is een terugkerend patroon van planning, uitvoering, controle en bijstelling van werkzaamheden.

  • Cultuur in de organisatie

Ook kijkt de inspectie of de zorgaanbieder voldoende aandacht heeft voor de cultuur binnen de organisatie. Hoe open is de cultuur? Mogen medewerkers fouten maken en krijgen ze de kans daarvan te leren en zichzelf en de organisatie te verbeteren?