Bescherm cliënten beter: preventie seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg hard nodig
Blijvende emotionele schade, problemen met relaties en gezondheidsklachten door het vermijden van zorg. Als een zorgverlener de grens van een cliënt overschrijdt heeft dit vaak grote gevolgen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ontvangt hierover elk jaar meldingen. Maar wetenschappelijk onderzoek laat zien dat veel gevallen onbekend blijven en niet worden gemeld. Zorgaanbieders en zorgverleners doen nog te weinig aan het signaleren en voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg. Een structurele aanpak en cultuurverandering zijn daarom nu echt nodig.
Leeswijzer: cliënt betekent in deze tekst ook patiënt, jongere of kind. Zorgverlener betekent ook hulpverlener. Of iemand die in dienst of opdracht van een zorgaanbieder werkt.
Aantal meldingen bij inspectie vertegenwoordigt groter probleem
In 2024 ontving de inspectie 330 meldingen over (vermoedens van) seksueel grensoverschrijdend gedrag, voor het grootste deel over fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag (84%). Maar het werkelijke probleem is veel groter. Dat blijkt uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC).
Bij dit kennisinstituut van het Ministerie van Justitie en Veiligheid lieten ruim 11.000 personen van 16 jaar en ouder weten dat zij in de afgelopen 12 maanden slachtoffer zijn geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener. Een deel van deze groep maakte meerdere typen grensoverschrijdingen mee. Ruim 9.000 mensen kregen te maken met offline seksuele intimidatie. En bijna 3.000 mensen zeiden dat zij een vorm van online seksuele intimidatie door een zorgverlener hadden meegemaakt. Bijna 2.000 mensen vertelden slachtoffer te zijn geweest van fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag, zoals aanranding en verkrachting.
Bron: deze cijfers over seksueel grensoverschrijdend gedrag door zorgverleners zijn opgevraagd bij WODC, naar aanleiding van het Onderzoek WODC: Seksueel grensoverschrijdend gedrag terug op niveau van 2020.

Meer weten over de meldingen die de inspectie ontvangt? Op Cijfers meldingen seksueel grensoverschrijdend gedrag vindt u bijvoorbeeld meldingen per sector, kenmerken van de betrokken zorgverleners en soorten meldingen.
Vooral fysiek en herhaald seksueel grensoverschrijdend gedrag
Geen enkele vorm van seksueel gedrag van een zorgverlener richting een cliënt is toegestaan. In veel gevallen is het zelfs strafbaar. Ook als de cliënt het goedkeurt of zelf initiatief neemt. Het mag niet, het mag nooit. Meer informatie vindt u in de brochure Het mag niet, het mag nooit van de inspectie.
De inspectie heeft grote zorgen over het soort meldingen dat zij in 2024 ontving. De meeste meldingen, maar liefst 84%, gaan over fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag. Cliënten kregen vooral te maken met onnodig in- of uitwendig onderzoek en onnodige aanrakingen (34%). En 33% van de meldingen gaan over seksuele handelingen. Veel van deze gedragingen zijn mogelijk strafrechtelijk in te delen als aanranding of verkrachting. In 7% van de meldingen sprak de melder zelf over verkrachting.
Een veel kleiner deel van de meldingen gaat over niet-fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zoals het versturen van seksuele berichten of afbeeldingen, opmerkingen die een zorgverlener (33%) maakt en onnodige ontkleding (7%). Dit grensoverschrijdende gedrag vindt plaats in alle zorgsectoren. Na niet-fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag volgt regelmatig fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag.
38% van de melders maakte het seksueel grensoverschrijdende gedrag één keer mee. Bij 29% van de meldingen zei de cliënt dat het een aantal keer gebeurde. Bij 34% van de melders vond het gedrag plaats tijdens een paar weken, maanden of jaren. Opvallend bij de meldingen over zorgverleners uit de geestelijke gezondheidszorg is dat het gedrag vaak tijdens zo’n langere periode plaatsvond.
Cliënten ervaren ernstige en blijvende problemen in hun leven
Iedere cliënt is voor goede zorg afhankelijk van zorgverleners en zorgaanbieders. Vertrouwen is de basis van een veilige zorgrelatie. Als een zorgverlener seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont is dat voor cliënten verwarrend, schokkend, schadelijk en ontwrichtend. Dat kan leiden tot blijvende emotionele schade en tot gezondheidsproblemen omdat deze cliënten zorgverleners vaak niet meer vertrouwen.
"We vinden het moeilijk te geloven, maar ook de mensen die ons moeten helpen en voor ons moeten zorgen, kunnen over grenzen gaan en misbruik van iemand maken. Als je dat hebt meegemaakt, is het belangrijk dat de juiste hulp er is." Iva Bicanic, directeur Centrum Seksueel Geweld
De inspectie maakte een aantal voorbeeldverhalen van cliënten die te maken kregen met seksueel grensoverschrijdend gedrag. De verhalen van Sander, Aïcha en Annet zijn niet echt. Maar ze lijken op situaties die veel voorkomen in de meldingen die de inspectie ontving. En ze maken duidelijk hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn.

Aïcha heeft nachtmerries en zij verstijft nog steeds bij aanrakingen, na haar ervaring in het ziekenhuis:
Aïcha sgog luisterverhaal
Aïcha: 'Na mijn bevalling met een keizersnede bleef ik nog onder controle van mijn gynaecoloog. Bij de eerste controle raakte hij mij onnodig aan tijdens een lichamelijk onderzoek wat niets met de keizersnede leek te maken. Tijdens de tweede behandeling maakte hij seksueel getinte opmerkingen toen ik mijn kleding uitdeed voor een onderzoek. Tijdens de derde behandeling ging hij volledig over de grens en betastte mij op intieme plekken. Hij deed alsof het heel normaal was. Ik bevroor. Ik walgde van wat hij bij me deed, maar was ook woedend. Hoe kan zo iemand in de zorg werken?!
Ik heb gebeld met het ziekenhuis. Er volgde een onderzoek, maar hij ontkende alles. Er zou sprake zijn van een misverstand. Ik voelde me niet serieus genomen door het ziekenhuis.
Na deze ervaring wilde ik niet meer naar een zorgverlener. Woest ben ik, nog steeds. Tandarts, huisarts, fysio, het maakt me niet uit, ik wil gewoon niet. En ook niet meer alleen. Ik vertrouw ze gewoon niet, ik ga echt niet in zo’n tandartsstoel liggen waar ik geen kant op kan! En mijn kleren gaan ook niet meer zomaar uit. Maar ja, mijn lichamelijke klachten werden wel steeds erger. Op een gegeven moment kon ik mijn bed niet meer uitkomen en zat ik op de rand te huilen van de pijn. Toen moest ik wel. Ik heb mijn vriend gevraagd of hij alsjeblieft mee wil naar een fysio, en ik wil per se naar een vrouw. Die heb ik tot mijn grote opluchting gevonden. Bij het eerste onderzoek merkte ik dat ik verstijfde bij haar aanraking. Dus misschien moet ik daar nog wel wat mee richting haar. Vriendinnen adviseren me traumatherapie, maar ik zie dat niet zitten.'
Annet heeft nog elke dag problemen nadat een psychotherapeut haar grens overschreed:
Annet sgog luisterverhaal
Annet: 'Na het plotse overlijden van mijn beide ouders en een reorganisatie op het werk belandde ik in een burn-out. Ik ging in therapie bij een psychotherapeut met een praktijk aan huis. Hij was van mijn leeftijd en er was een klik. In de behandeling kwam hij erachter dat ik seksueel misbruikt ben als scholier door een gymleraar en stelde hij de diagnose complexe PTSS .
Vier maanden na de start van de therapie ontving ik op een avond WhatsApp berichten van hem. Super attent omdat ik die dag een lastig gesprek had moeten voeren. Ik denk dat onze band zich zo verdiepte. Er ontstond meer WhatsApp contact. Op een dag nodigde hij mij uit voor een wandeling in het weekend. Dit herhaalde zich en na de derde wandeling vroeg hij mij binnen voor een kop koffie en begon mijn gezicht te strelen. Hij vertelde dat hij verliefd op mij was, omdat we zo’n bijzondere band hadden. Ik voelde me gevleid maar ik vond het ook verwarrend. Hij was de eerste aan wie ik het seksueel misbruik door mijn gymleraar toevertrouwde.
Tijdens de therapiesessies deed hij alsof er niks gebeurd was. Maar tussen de sessies bleef hij berichten sturen. We maakten wandelingen en soms liet ik hem mij zoenen ondanks dat dat niet goed voelde. Ik voelde me zo kwetsbaar. Hij liet doorschemeren dat ik het niemand mocht vertellen. Het was ons geheim. Dat zei die gymleraar ooit ook tegen mij!
Als psychotherapeut heeft hij ook een bekende naam vanwege zijn traumabehandelingen. Wie gelooft mij nou dat HIJ dit doet? En waar kan ik dit aankaarten? Hij werkt eigenstandig binnen een groepspraktijk en ik kon niet ontdekken of er een klachtenregeling of onafhankelijk vertrouwenspersoon was
Toen een andere patiënte in het Algemeen Dagblad vertelde dat een psychotherapeut haar jarenlang seksueel misbruikt had, durfde ik het mijn man te vertellen. Ook meldde ik het bij de groepspraktijk. Uiteindelijk vond ik dat ze moesten weten wat hij gedaan heeft. Tegelijkertijd voel ik me zo schuldig. Nadat ik het had gemeld stuurde hij mij berichten dat ik zijn leven heb verwoest. Ik voel me… gemanipuleerd; hij bouwde een bijzondere band op en maakte toen misbruik van mijn kwetsbaarheid en vertrouwen. Opnieuw was er een man die misbruik van mij maakte.
Mijn PTSS klachten zijn in alle hevigheid terug: ik heb nachtmerries en herbeleef zowel de ervaring uit mijn jeugd als deze situatie. Ik heb een nieuwe psycholoog geprobeerd, maar het ging gewoon niet! Telkens als zij meer persoonlijke vragen stelde deinsde ik terug. De intimiteit die nodig is voor een intensieve behandeling verdraag ik niet meer.’
Sander is diep ongelukkig nadat een begeleider in de gehandicaptenzorg misbruik van hem maakte:
Sander sgog luisterverhaal
Sander: ‘Mijn begeleider Jeroen was lief voor mij. Ik was eenzaam en had een klik met hem. En hij ook met mij. Normaal vertrouw ik mensen niet echt, maar hij was mijn vriend. Omdat hij lief was mocht hij mij knuffelen. Later wilde hij ook aan me voelen. Dat vond hij fijn maar ik eigenlijk niet. Daarna vroeg hij me een aantal keren om aan zijn kruis te voelen. Dat deed ik dan, want ik wou hem niet kwijt raken als vriend. Jeroen zei dat ik t het aan niemand mocht vertellen. Dat durfde ik ook niet. Ik was bang dat anderen boos zouden worden of me niet zouden geloven.
Een keer kwam er opeens iemand van de groep binnen toen Jeroen net klaar met me was. Hij zag dat er wat met me was… Toen durfde ik het hem te vertellen. Hij zei dat het fout was wat Jeroen met mij heeft gedaan. Toen heeft hij me geholpen het te vertellen aan de andere begeleiders. Ze luisterden goed naar me en vonden het heel erg wat Jeroen gedaan had.
Jeroen is nu weg. Ik hoorde dat hij wel weer op een andere groep ver weg werkt. Soms mis ik hem nog, maar ik ben eigenlijk ook boos op hem omdat hij deed alsof hij mijn vriend was. Als er nu een nieuwe begeleider op de groep staat, word ik heel erg bang. Dan ga ik naar mijn kamer. Dan mag niemand mijn kamer in en wil ik geen hulp krijgen. Ik snijd mezelf nu vaker in mijn armen en ik word boos op de begeleiders. Ik gooi vaker met spullen naar ze en denk vaak aan doodgaan, dan stopt alles tenminste. Ze willen dat ik het aan de politie vertel en met iemand ga praten. Maar ik wil er nooit meer over praten! Ik houd afstand van begeleiders. Op mezelf wonen lukt mij niet, en ik laat niemand dichtbij komen. Ik zit mijn de tijd hier uit. Maar voor mij hoeft het sowieso allemaal niet meer.’
Hulp voor cliënten en naasten: Wat te doen na seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Voor verandering is een structurele en stevige aanpak nodig
Cliënten vertellen dat de drempel om te melden hoog is. En dat het voor hen lang niet altijd duidelijk is waar zij veilig terecht kunnen voor hulp. Direct na een melding is er altijd meer aandacht voor het onderwerp seksueel grensoverschrijdend gedrag, maar dat is tijdelijk.
Een goed preventiebeleid dat blijvende aandacht besteedt aan dit probleem ontbreekt vaak. Nog te veel zorgaanbieders beperken zich tot het controleren van het arbeidsverleden of beleid waarbij ze alléén de regels uit de gedragscode onder de aandacht brengen. Grensoverschrijdend gedrag door zorgverleners kent vele vormen en heeft verschillende oorzaken. Deze aanpak zonder aandacht voor de onderliggende kwetsbaarheden in deze sector verkleint het risico niet genoeg.
Het signaleren en voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag is niet eenvoudig. En het risico wordt regelmatig onderschat en soms zelfs ontkend. Zorgverleners kennen de regels en de achtergrond daarvan niet genoeg. We zien en horen nog te vaak dat het idee bestaat dat het met instemming van de cliënt wél mag, minder ernstig of minder verwijtbaar is. Of dat het wél mag direct na beëindiging van de zorgrelatie.
Een deel van de zorgaanbieders kent de principes van de veilige zorgrelatie niet en andere zorgaanbieders hebben die principes beperkt ingevoerd. Dit heeft gevolgen voor de signalering en of er al dan niet wordt bijgestuurd door de zorgverlener zelf of een collega.
Zorgaanbieders blijven achter
Hoewel de inspectie ziet dat er zorgaanbieders, beroepsverenigingen en brancheorganisaties zijn die maatregelen nemen om seksueel gedrag te voorkomen, blijven anderen achter. In de jeugdhulp en gehandicaptenzorg bestaan al richtlijnen om deze problemen zoveel mogelijk te voorkomen. Vooral de grotere instellingen in de gehandicaptenzorg nemen nu meer preventieve maatregelen. In de geestelijke gezondheidszorg en de verpleeghuiszorg onderzoeken steeds meer zorgaanbieders wat zij kunnen doen en wat werkt.
Zorgverleners met een eigen praktijk en zzp-ers vormen een bijzondere groep. Preventieve maatregelen zoals het collegiaal overleg en toezicht, het controleren van het (arbeids)verleden en ontslag zijn in hun situaties niet altijd mogelijk of werken niet goed. Hierdoor kunnen meer risico’s ontstaan.
"Seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener waar je van afhankelijk bent is haast onvoorstelbaar, maar de cijfers laten helaas zien dat het veel voorkomt. Uit de gesprekken die ik voer blijkt hoe groot en vaak langdurig de impact is." Mariëtte Hamer, Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld
In ruim 70% van de meldingen die de inspectie ontving zei de zorgaanbieder of de melder geen aangifte te hebben gedaan bij de politie. Zorgaanbieders doen minder vaak aangifte dan de meldende cliënten. Bij de meldingen over seksueel grensoverschrijdend gedrag in de geestelijke gezondheidszorg en medisch specialistische zorg vinden de minste aangiftes plaats. Zorgaanbieders dienen bijna nooit een tuchtklacht in tegen de zorgverlener, terwijl dit ook een mogelijkheid is. Zie Tuchtcolleges voor de gezondheidszorg/ Ik heb een klacht en SKJeugd Beslissingen/ Een klacht indienen.
"Het probleem is binnen de sector te lang onderschat. Tegelijkertijd ontstaan er op steeds meer plekken goede initiatieven. Het is zo hard nodig om het gesprek hierover te voeren. Momenteel zijn we bezig met een aanpak voor de zorg. Daarvoor vragen we het commitment van iedereen die werkzaam is in de sector om niet weg te kijken." Mariëtte Hamer, Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld
Klik in de afbeelding op de blauwe bolletjes met een + om de goede voorbeelden te lezen. Leest u op uw tablet of telefoon, dan zijn de teksten direct zichtbaar.

Uitleg van de nummers in de afbeelding
Jaap Kappert van de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland: “We zien een toename van tuchtrechtklachten tegen verpleegkundigen. We gaan daarom in de Beroepscode duidelijker maken waar de professionele grenzen liggen: bijvoorbeeld rond de afkoelingsperiode na het beëindigen van een zorgrelatie. We begrijpen dat professionele nabijheid kan leiden tot gevoelens. Hoewel gevoelens iedereen kunnen overkomen, is het van belang dat dit niet overgaat in gedrag.
Onze focus is dan ook gericht op preventie, met name door kennis en bewustwording bij verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten te vergroten. Via gerichte publicaties en interactieve workshops delen we inzichten uit tuchtrechtuitspraken over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zo leren zorgverleners kritisch hun eigen gedrag in de zorgrelatie te onderzoeken. Ook stimuleren we een open dialoog, waarin normen en waarden rond seksueel grensoverschrijdend gedrag worden besproken, evenals de impact ervan op cliënten.
Deze integrale aanpak pakken we gezamenlijk op met de verschillende afdelingen van V&VN en andere beroepsorganisaties. Tegelijkertijd verliezen we de andere kant van de medaille niet uit het oog en besteden we aandacht aan zorgprofessionals die zelf te maken hebben gehad met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zo bouwen we aan een veilige zorgrelatie voor professionals en cliënten én een veilige werkomgeving."
Bianca Rijnders van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland: “In de gehandicaptenzorg willen we dat cliënten en professionals zich veilig voelen en in een prettige omgeving kunnen wonen, leven en werken. Seksueel grensoverschrijdend gedrag hoort daar niet bij en wordt niet getolereerd.
Binnen de sector is er veel aandacht voor een veilige meldcultuur. Het is belangrijk dat medewerkers alert zijn op signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en dit bespreekbaar durven maken. En dat meldingen serieus worden genomen en goed opgevolgd worden. Dat vraagt van elke organisatie beleid en activiteiten op het gebied van bewustwording, preventie, herkenning van signalen, zorgvuldig acteren op incidenten en begeleiding en nazorg voor alle betrokken.
Dit statement is in 2023 expliciet opgenomen in een protocol grensoverschrijdend gedrag in de CAO gehandicaptenzorg. Vanuit de VGN faciliteren we onze leden onder andere door het ontwikkelen van handreikingen, het bieden van scholing via de VGN Academie en het uitwisselen van kennis en ervaring binnen het VGN Netwerk seksualiteit.”
Marloes de Graaf van de Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie: “Veiligheid is de basis van iedere behandelrelatie. De NVMT zet zich in voor bewustwording, integriteit en transparantie.
Dit jaar bieden we praktische handvatten om zowel onze leden als samenwerkingspartners te ondersteunen. Van een voorlichtingsfilmpje voor patiënten tot een toolbox voor opleiders met educatiemateriaal.
Daarnaast werken we via wetenschappelijk onderzoek aan meer inzicht o.a. de prevalentie van grensoverschrijdend gedrag en al zijn vormen, zodat we samen grip krijgen op iets wat vaak ongrijpbaar lijkt.”
Ruth Peetoom van de Nederlandse ggz: “Seksueel grensoverschrijdend gedrag hoort niet thuis in onze samenleving, en dus ook niet in de geestelijke gezondheidszorg. Vertrouwen, contact en professionaliteit zijn de basis van goede zorg.
Dat seksueel grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt binnen de zorg nemen we daarom erg serieus. We blijven werken aan een zorgomgeving waar naast herstel ook openheid en veiligheid centraal staat. Een open cultuur is essentieel, waarbij er ruimte is voor gesprek over dergelijk gedrag en dit vroegtijdig kan worden gesignaleerd.
Recent werkte de Nederlandse ggz samen met een lid-instelling mee aan de ontwikkeling van een serious game om grensoverschrijdend gedrag te herkennen en bespreekbaar te maken in het team. Met een werkgroep van psychologen, psychiaters, sociaal werkenden, verpleegkundigen en orthopedagogen onderzoeken we samen hoe we seksueel grensoverschrijdend gedrag nog beter kunnen aanpakken. Zo werken we samen aan een veilige zorgomgeving voor onze zorgmedewerkers én de mensen die ons nodig hebben.”
Samen verantwoordelijk handelen om leed te voorkomen
De inspectie roept bestuurders, zorgverleners, beroepsverenigingen en brancheorganisaties in de zorg op om samen te werken aan de aanpak van dit serieuze probleem. Om maatregelen en richtlijnen in hun beleid op te nemen en blijvend aandacht te besteden aan erkenning en herkenning van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Wat kunnen zorgverleners doen?
Het is belangrijk dat zorgverleners grensoverschrijdend gedrag op tijd herkennen en weten hoe zij dan moeten handelen. Wat is een veilige zorgrelatie? En waarom is dit zo belangrijk en hoe zorg je ervoor dat cliënten inderdaad veilig zijn?
Wat kunnen bestuurders doen?
Het is dringend nodig dat bestuurders het risico op seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorgrelatie erkennen. Preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag moet onderdeel zijn van goede en veilige zorg waarbij de cliënt centraal staat. Dat beschermt cliënten en medewerkers tegen ongewenst gedrag en de nare gevolgen daarvan.
Toets beleid met onze zelfscan
De inspectie ontwikkelde op basis van meldingen en goede voorbeelden de Zelfscan voor zorgprofessionals: beschermen wij onze cliënten tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag? Dit helpt zorgaanbieders om hun beleid te toetsen en verbeteringen door te voeren.
Wat kunnen bestuurders doen als seksueel grensoverschrijdend gedrag toch gebeurt?
Als seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener toch gebeurt is het belangrijk dat bestuurders van zorgaanbieders verantwoordelijk en passend reageren. Zij zijn namelijk als eerste verantwoordelijk voor de patiëntveiligheid en kwaliteit van de zorg. Welke maatregelen kunnen bestuurders nemen?
Wat kan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) doen?
Om seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg doelgericht te kunnen bestrijden is het nodig dat het ministerie van VWS deze ontwikkelingen in het veld en het toezicht coördineert en ondersteunt. Monitor de ontwikkelingen sluit hier actief op aan met passende acties.
Wat doet de inspectie?
De inspectie blijft in haar toezicht aandacht vragen voor een veilige zorgrelatie door dit onderwerp te bespreken met zorgaanbieders, zorgverleners, opleidingen, branche- en beroepsverenigingen. De inspectie deelt belangrijke kennis uit het toezicht, volgt de ontwikkelingen en zoekt ook de samenwerking met relevante partijen, zoals het ministerie van VWS, de Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, Slachtofferhulp en Centrum Seksueel Geweld.
Hoe nu verder?
De meeste zorgverleners werken dagelijks hard aan het bieden van veilige, integere en goede zorg. Seksueel grensoverschrijdend gedrag door zorgverleners ondermijnt de basis van die goede zorg. Een verbetering van de aanpak vraagt om een gezamenlijke inspanning. De inspectie moedigt daarom zorgaanbieders, zorgverleners en het ministerie van VWS aan om zich samen in te zetten.