Antibioticaresistentie

Nederland heeft 9 regionale zorgnetwerken antimicrobiële resistentie (AMR). Het doel van deze zorgnetwerken is antibioticaresistentie te voorkomen door goed antibioticagebruik. En om regionale verspreiding van resistente bacteriën zoveel als mogelijk tegen te gaan. Zij werken regionaal omdat patiënten zich veelal binnen een regio verplaatsen in de zorg.

Toezicht op antibioticaresistentie

Wij  zien er op toe dat artsen hun richtlijnen navolgen. Zodat de resistentieproblemen niet nog groter worden. Alleen dan blijven antibiotica in de toekomst bruikbaar.

Antibiotica worden gebruikt om infecties te bestrijden. Maar steeds meer soorten bacteriën worden resistent tegen steeds meer soorten antibiotica. Hierdoor kan een patiënt met een infectieziekte soms niet meer goed behandeld worden met antibiotica, omdat die antibiotica niet meer werken. Artsen  moeten alleen antibiotica voorschrijven als het echt noodzakelijk is. Zij moeten de antibiotica nauwkeurig toepassen op de ziekteverwekker.

Zorgen dat ziekteverwekkers zich niet verspreiden

Zorgmedewerkers moeten er nog beter voor zorgen dat ziekteverwekkers zich niet verspreiden, zodat antibiotica niet nodig zijn. Om het ontstaan en het verspreiden van infectieziekten tegen te gaan kunnen zorgverleners  bijvoorbeeld hygiënemaatregelen nemen en vaccineren. De inspectie ziet erop toe dat de hygiënerichtlijnen in de zorg worden nageleefd. 

De overheid en de zorgsector stellen zich de komende jaren extra doelen om antibioticaresistentie verder tegen te gaan. Deze staan in het Nederlands Actieplan voor het terugdringen van antimicrobiële resistentie 2024-2030. Zie ook: Rijksoverheid: Antibioticaresistentie

IGJ werkt ook samen met de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit op het terrein van antibioticaresistentie en dieren. Zie ook NVWA antibiotica veehouderij en NVWA antiobiotica gezelschapsdieren