Minder vrijheidsbeperking in JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg), niet overal passende hulp

JeugdzorgPlus-locaties werken aan het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen. We zien dat er minder vrijheidsbeperkende maatregelen gebruikt worden, maar dit lukt nog niet overal even goed. De locaties voldoen niet aan de eigen veldnormen hierover. Ook lukt het niet om aan alle jeugdigen de juiste, passende hulp te bieden. Dit blijkt uit de eerste 7 rapporten van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De Inspectie bezocht alle 15 locaties voor gesloten jeugdzorg vanuit haar toezicht ‘Ombouw JeugdzorgPlus’. 

JeugdzorgPlus is een vorm van gesloten jeugdzorg. Landelijk is afgesproken dat de gesloten jeugdzorg anders moet. JeugdzorgPlus-locaties worden in een hoog tempo om- en afgebouwd. Dit gebeurt regionaal, zonder duidelijke landelijke sturing. De inspectie is bezorgd over het effect hiervan op het hulpaanbod voor de groep jongeren die te maken hebben met JeugdzorgPlus.

Uit het rapport ‘Weinig goede alternatieven voor JeugdzorgPlus, stevige regie nodig' (juli 2023) van de IGJ blijkt onder andere dat er weinig zicht is op waar jongeren met complexe problematiek die intensieve en soms gedwongen jeugdhulp nodig hebben, verblijven en of zij daar passende jeugdhulp ontvangen. En dat er een tekort is aan specialistische hulp.

Daarom herhaalt de inspectie haar oproep van juli 2023 aan alle betrokken partijen; maak op korte termijn helder welke JeugdzorgPlus-locaties blijven bestaan. En faciliteer instellingen als zij willen veranderen, of kleinschaliger gaan werken. Stevige regie op de ontwikkeling in de JeugdzorgPlus is nodig om een landelijk toereikend aanbod te realiseren voor deze jeugdigen.

Rode draden

De inspectie heeft in het najaar van 2023 toezicht gedaan bij de JeugdzorgPlus-locaties: Almata (Ossendrecht), ‘t Anker (Harreveld), Antonius (Castricum), Elker (Groningen), Pluryn (Eefde), Schakenbosch (Leidschendam) en Woodbrookers (Kortehemmen).

De inspectie ziet dat professionals in JeugdzorgPlus-locaties zich inzetten om jeugdigen passende hulp te bieden en minder gebruik te maken van vrijheidsbeperkende maatregelen. Terwijl de voorwaarden om dit te kunnen doen niet altijd op orde zijn. Per locatie geeft de inspectie diverse verbeterpunten. Bijvoorbeeld het beter betrekken van jeugdigen en ouders bij de signalerings- en behandelplannen, bespreken met jeugdigen als er vrijheidsbeperkend maatregelen zijn gebruikt en het verminderen van verplichte kamermomenten.

De inspectie haalt uit deze toezichten ook een aantal rode draden. Een greep hieruit:

  • Vrijheidsbeperkende maatregelen zoals afzonderen, vastpakken en vasthouden, zijn teruggedrongen. Hier werken de locaties zeer actief aan. 
  • Vrijheidsbeperkende maatregelen zoals fouilleren, urinecontrole, en beperking van telefoon en mediagebruik worden nog wel vaak toegepast. 
  • JeugdzorgPlus-locaties hebben veel te maken met spoedplaatsingen. Bij spoedplaatsingen is meestal niet met een jeugdige en zijn gezin een gedeeld beeld gemaakt van de problemen en de oorzaken daarvan, en hoe hieraan te werken (verklarende analyse). Doordat dit ontbreekt kan de inspectie niet beoordelen in hoeverre de geboden hulp passend is voor de jeugdige. 
  • Er is een tekort aan (vervolg)plekken. Daardoor blijven jeugdigen langer in de JeugdzorgPlus dan nodig, krijgen niet de passende hulp, of worden buiten hun eigen regio geplaatst.
  • In de samenwerking tussen JeugdzorgPlus-locaties en onderwijs zijn mooie voorbeelden gezien waarbij een jongere een passend individueel dagprogramma volgt. Het bieden van passend onderwijs en een dagprogramma is een aandachtspunt voor meerdere locaties. 
  • Het verschilt per locatie hoe de financiering en de personele bezetting is geregeld. Het lukt locaties waar dit op orde is beter om te werken volgens de veldnormen terugdringen vrijheidsbeperkende maatregelen. 
  • Niet alle JeugdzorgPlus-locaties zijn in staat per 1 januari 2024 te voldoen aan de nieuwe Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp op het punt dat kamerdeuren van jeugdigen niet op slot mogen. Locaties hebben bijvoorbeeld onvoldoende middelen om meer personeel aan te nemen zodat de deuren ’s nachts open kunnen blijven. Of om het gebouw hierop aan te passen. Ook uitgestelde besluitvorming over het voortbestaan van de locatie speelt hierin een rol. 

Hoe verder

De inspectie heeft deze 7 JeugdzorgPlus-locaties gevraagd een verbeterplan te maken op de punten waaraan ze niet voldoen. Als hierbij de samenwerking met de opdrachtgevende gemeenten en ketenpartners nodig is, verwacht de inspectie dat alle partijen samenwerken voor een passende oplossing. Dit geldt bijvoorbeeld als aanvullende financiering nodig is om aan de eis uit de nieuwe wet te voldoen dat kamerdeuren niet meer afgesloten mogen worden. Het verbeterplan moet voor 1 februari 2024 aan de inspectie worden verzonden.

Binnenkort publiceert de inspectie de toezichtsrapporten van de overige 8 bezochte JeugdzorgPlus-locaties. Het toezicht op de ombouw JeugdzorgPlus gaat door in 2024. Zo kijkt de inspectie ook naar de alternatieve, open voorzieningen. Hierbij wordt gekeken naar de kwaliteit en het hulpaanbod aan jongeren met complexe problemen die voorheen in de JeugdzorgPlus terecht kwamen. Ook gaat de inspectie in gesprek met de gemeenten over wat nodig is om te komen tot voldoende en passend hulpaanbod voor de groep jeugdigen die intensieve en soms gedwongen jeugdhulp nodig hebben.