Leidraad Nieuwe Interventies in de Klinische Praktijk

In de afgelopen decennia hebben zich grote veranderingen voorgedaan in de zorg. Deze veranderingen hangen samen met de introductie van een groot aantal nieuwe interventies in de klinische praktijk. Veel van deze  interventies hebben bijgedragen aan het verbeteren van de prognose en de kwaliteit van leven van patiënten. Daarnaast hebben ook innovaties van het zorgproces de kwaliteit van zorg sterk verbeterd.

Een aanzienlijk deel van deze nieuwe interventies kent een hoge mate van complexiteit. De introductie ervan in de zorgpraktijk stelt dan ook meer dan in het verleden hoge eisen aan individuele zorgverleners en zorgorganisaties. Het is belangrijk om een nieuwe interventie altijd voorafgaand aan zijn introductie te toetsen op de verwachte: 1) effectiviteit, 2) veiligheid en 3) kosten. Ook de vraag moet beantwoord worden in hoeverre een zorg-organisatie in staat is om de juiste condities te creëren waaronder de nieuwe interventie verantwoord kan worden toegepast. Het is gebleken dat het introductieproces een lastig proces kan zijn, waarbij risico’s niet altijd goed worden ingeschat of moeilijk voorspelbaar blijken te zijn.

Competenties worden overschat en zorgorganisaties creëren niet altijd de juiste randvoorwaarden. In sommige gevallen is het gewoon lastig om te (h)erkennen dat er iets nieuws wordt geïntroduceerd. Een meer gestandaardiseerde wijze van introductie kan hierbij hulp bieden. Deze leidraad beschrijft waaraan een zorgvuldige introductie van nieuwe interventies in de klinische praktijk moet voldoen en hoe de medisch specialist en andere zorgprofessionals hun rol kunnen invullen in dit proces.

Daarnaast beschrijft de leidraad op welke wijze lange termijn follow-up kan worden ingericht. Ten behoeve van de praktische toepassing van de leidraad bevat dit document een stappenplan waardoor de leidraad gebruikt kan worden als toets voorafgaand aan de introductie in de klinische praktijk. 

  • De leidraad kan gebruikt worden door toezichthoudende instanties om het proces van introductie van nieuwe interventies te beoordelen.
  • Zorgverzekeraars kunnen deze leidraad bij de inkoop van zorg betrekken en daarmee de financiering van nieuwe interventies koppelen aan een zorgvuldige introductie. Het werken volgens de leidraad maakt het dus mogelijk enerzijds verantwoordelijkheid te nemen en anderzijds verantwoording af te leggen.
  • De raad van bestuur van een zorgorganisatie, eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg, kan indien de leidraad wordt gevolgd ook beter dan in het verleden verantwoordelijkheid nemen voor veranderingen in het zorgproces.

Alhoewel in alle zorgprocessen de ICT-infrastructuur een steeds grotere rol gaat spelen en deze voor het functioneren van zorginstellingen zelfs cruciaal is, valt de introductie van ICT-zorgsystemen buiten de opdracht van de commissie. Wel wil de commissie opmerken dat gezien het belang van de ICT-infrastructuur en de toenemende verwevenheid met zorgprocessen en apparatuur het belangrijk is dat hier separaat een leidraad voor wordt opgesteld. Dit is met name belangrijk vanwege de risico’s die gepaard gaan met de introductie van ICT-infrastructuur en de vaak nog onduidelijke positie van ICT-diensten binnen zorginstellingen.

De leidraad is vastgesteld door de Raad Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en wordt daarmee onderschreven door alle wetenschappelijke verenigingen.