Structureel meer aandacht nodig voor infectiepreventie

Regelmatig zijn er in de zorg uitbraken van infectieziekten. Denk aan het norovirus in een instelling voor gehandicaptenzorg en scabiës in een verpleeghuis, maar ook verspreiding van een resistente bacterie in een ziekenhuis. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd beoordeelde binnen 6 zorgsectoren hoe medewerkers omgaan met infectiepreventie. De conclusie: infectiepreventie moet structureel meer aandacht krijgen. Omdat een nieuwe pandemie van bijvoorbeeld een nieuwe griepvariant mogelijk is, zijn goede hygiëne en infectiepreventie belangrijk om verspreiding van ziekteverwekkers te voorkomen én beter voorbereid te zijn op een grote uitbraak. 

Welk beeld haalden we op?

We bezochten in 6 zorgsectoren 10 zorgaanbieders en keken of zij de juiste basismaatregelen nemen om te zorgen voor een goede hygiëne en infectiepreventie. Dit geeft ons een beeld van hoe het in deze sectoren staat met de hygiëne en infectiepreventie. 

De 6 bezochte sectoren zijn: 

We zagen verschillen tussen de zorgsectoren in de mate waarin de bezochte zorgaanbieders de infectiepreventiemaatregelen naleven. Daar waar dit minder goed gebeurt, lopen cliënten of patiënten, maar ook medewerkers het risico besmet te raken of ziek te worden doordat ziekteverwekkers zich makkelijker verspreiden. Daardoor verschilt ook de mate van voorbereiding op een volgende uitbraak of pandemie. Bepalend zijn het bewustzijn over en de aandacht voor infectiepreventie. Dit hang af van:

  • of deskundigen beschikbaar of betrokken zijn;
  • of medewerkers kennis van en kunde hebben over basishygiëne en infectiepreventie; en 
  • of medewerkers beschikken over voldoende en goede persoonlijke beschermingsmiddelen en desinfectiemiddelen.

Andere belangrijke verschillen zijn het al dan niet hebben van werkinstructies voor medewerkers die zijn aangepast aan de eigen werksituatie, en het verbeteren van de kwaliteit van zorg op basis van audits. Infectiepreventie maakt niet in alle sectoren onderdeel uit van het kwaliteitssysteem.

In dit rapport staan citaten van geïnterviewden die werken bij zorgaanbieders die we bezochten.

Uitdagingen en verbeterkansen

Zorg voor voldoende deskundigheid

Vooral in de sectoren waar geen deskundigen infectiepreventie in dienst zijn, is het belangrijk om meer in te zetten op beschikbaarheid van kennis over infectiepreventie. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van deskundigen infectiepreventie die werken in het ziekenhuis, bij de GGD, als zelfstandige of via 1 van de 9 zorgnetwerken antimicrobiële resistentie (AMR). Door te investeren in deze deskundigheid is het bij een uitbraak makkelijker om de juiste acties te bepalen en hulp op maat te krijgen. Voor kleinere aanbieders, bijvoorbeeld verloskundigen, is het zinvol om hierin samen te werken, bijvoorbeeld in een regionaal verband. 

Het ziekenhuis heeft deskundigen infectiepreventie in dienst en ook de verpleeghuissector huurt deskundigheid in. Andere sectoren doen dit in mindere mate. In ziekenhuizen is aandacht nodig voor het voldoende op sterkte houden van de afdeling infectiepreventie zodat voldoende deskundigheid en capaciteit geborgd blijven.

"We hebben een team van 2 deskundigen infectiepreventie. Nu daar 1 van vertrekt gaan we nadenken hoe we dit beter kunnen borgen binnen de stafafdeling. Het is nu te kwetsbaar." - Portefeuillehouder kwaliteit en veiligheid

“We benaderden het zorgnetwerk antimicrobiële resistentie om ons te helpen met een audit en beleidsvragen.” - Directeur behandel- en expertisecentrum

Houd kennis blijvend op peil met scholing en training

Tijdens de coronapandemie hebben medewerkers in de zorg heel veel ervaring opgedaan met infectiepreventiemaatregelen. Wordt hier niet regelmatig aandacht aan besteed, dan nemen de kennis en de routine af naarmate de tijd verstrijkt. Zorgbestuurders zijn ervoor verantwoordelijk dat de kennis en kunde over de basis hygiëneregels en infectiepreventiemaatregelen voldoende is en de aandacht de naleving hiervan niet verslapt. Ook is het nodig dat nieuwe medewerkers kennis hebben van de maatregelen bij uitbraken van infectieziekten. Daarvoor zijn scholing en training nodig. 

"Iedereen die hier in coronatijd werkte, weet nog heel goed hoe het moet." - Medewerker ambulancedienst

"We hebben een opleidingscarrousel waarin we het oefenen met persoonlijke beschermingsmiddelen goed op kunnen nemen.” - Manager afdeling

Stimuleer het juiste gedrag door te zorgen voor goede randvoorwaarden 

Naleven van infectiepreventiemaatregelen en ‘het goede doen’ worden makkelijker als de juiste middelen beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld door handalcohol of zeep op plekken neer te zetten waar medewerkers hun handen moeten kunnen reinigen. Of door een goed desinfectiemiddel voor oppervlakken aan te bieden. En een protocol dat zegt hoe en wanneer het desinfectiemiddel te gebruiken. Dat zorgt ervoor dat medewerkers het desinfectiemiddel op de juiste manier gebruiken. En niet iets anders nemen, zoals een reinigingsmiddel. In veel sectoren zagen we dat hier nog verbetering op mogelijk is. 

Ook goede persoonlijke beschermingsmiddelen zijn een belangrijke randvoorwaarde om goede zorg te kunnen leveren. De medewerker beschermt er zichzelf en de patiënten of cliënten mee. 

Naast deze randvoorwaarden vraagt het om een aanspreekcultuur om elkaar scherp te houden op gedrag. 

“We maakten de afspraak dat afdelingen niet meer zelf desinfectiemiddelen mogen inkopen, zodat we voortaan de juiste middelen hebben." - Beleidsadviseur

Maak landelijk, regionaal en als zorgaanbieder afspraken over de voorraad persoonlijke beschermingsmiddelen

Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) dat in coronatijd voor voldoende middelen zorgde, is opgeheven. Ook de ‘ijzeren voorraad’ is er niet meer. Een nieuwe of andere partij voor het beheer van een voorraad voor persoonlijke beschermingsmiddelen is niet aangewezen. Ook voor zorgaanbieders is niet altijd duidelijk bij wie zij terecht zouden kunnen bij een volgende pandemie. Zorgsectoren zijn zelf in wisselende mate in staat om een voldoende voorraad te beheren. Waar het verbruik hoog is, is dit eenvoudiger. Worden de middelen minder gebruikt? Dan gaat een voorraad over de houdbaarheidsdatum. Vooral voor kleinere zorgaanbieders is het moeilijk om de voorraad goed te beheren. Ook is het niet duurzaam om materialen weg te moeten gooien. 

Het is daarom nodig om duidelijke afspraken te maken hoe de voorraad beheerd kan worden, zowel op het niveau van de zorgaanbieder, als regionaal en landelijk. Zo zijn de juiste middelen zowel in de dagelijkse praktijk als bij een pandemie voor alle zorgsectoren beter beschikbaar.  

“Ik ga de oude maskers niet weggooien. Ik wil nooit meer in die situatie terechtkomen van het begin van corona.” - Verloskundige

“We gooiden alle maskers weg omdat ze voorbij de houdbaarheidsdatum waren. Waar we de middelen vandaan moeten halen als we ze nodig hebben, weten we niet goed. Mogelijk bij de huisarts.” - Begeleider gehandicaptenzorg

Hoe nu verder?

De inspectie blijft toezien op de naleving van de infectiepreventierichtlijnen in de zorg, vooral in de sectoren waar de basis nog niet op orde is. Ook blijft zij gesprekken voeren met het zorgveld,  branche- en koepelorganisaties om de aandacht voor dit onderwerp niet te laten verslappen en waar nodig bij te dragen aan een verbetering.