Tuchtrecht
De inspectie kan bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTC) een klacht indienen tegen een BIG-geregistreerde zorgverlener.
Dat kan bijvoorbeeld als een zorgverlener zich niet heeft gehouden aan de wetten en/of veldnormen voor goede zorg aan patiënten, cliënten of jeugdigen.
Meer weten over klachten en tuchtrecht?
In de Wet BIG staat precies welke beroepen onder het tuchtrecht vallen. Dit zijn:
- artsen
- tandartsen
- apothekers
- gezondheidszorgpsychologen
- psychotherapeuten
- fysiotherapeuten
- verloskundigen
- verpleegkundigen
- physician assistants
Als experiment zijn tijdelijk de klinisch technoloog, bachelor Medisch Hulpverlener en geregistreerd mondhygiënist aan het tuchtrecht onderworpen. Na 5 jaar wordt bekeken of het beroep wordt opgenomen in het BIG-register.
Doel
Doel van het tuchtrecht is het bewaken en bevorderen van de kwaliteit van de gezondheidszorg.
Er zijn wettelijk 2 normen op grond waarvan een tuchtklacht kan worden voorgelegd aan het regionaal tuchtcollege:
- De zorgverlener is tekortgeschoten in de zorg aan de patiënt of zijn naasten.
- Er is sprake van enig ander handelen of nalaten, dat in strijd is met wat van een goede zorgverlener mag worden verwacht. Een voorbeeld hiervan is een kinderarts die in privétijd kinderporno kijkt of bestuurders van zorginstellingen die BIG-geregistreerd zijn en frauderen met zorggeld.
Uitspraken
Uitspraken van tuchtrechters maken de normen voor professioneel handelen duidelijker of scherpen ze aan. Daarmee dragen de uitspraken bij aan het verbeteren van de zorg.
De tuchtcolleges kunnen een aantal maatregelen opleggen:
- Waarschuwing
- Berisping
- Geldboete van ten hoogste 4.500 euro
- (voorwaardelijke) Schorsing,
- gedeeltelijke ontzegging,
- (voorwaardelijke) Doorhaling uit het BIG-register
- Binding aan bijzondere voorwaarden om het beroep uit te oefenen
- Beroepsverbod
Het tuchtcollege kan ook een aantal maatregelen tegelijk opleggen. Wanneer een beroepsbeoefenaar al is uitgeschreven uit het BIG-register kan het tuchtcollege een verbod opleggen aan de zorgverlener om zich opnieuw in te schrijven in het BIG-register.
De 3 beroepen waarvoor het tuchtrecht tijdelijk geldt, kunnen alleen de waarschuwing, de berisping en de geldboete opgelegd krijgen.
Een jeugdprofessional moet handelen volgens de professionele standaard (de gedrags- en beroepsregels) die voor hem of haar geldt. De introductie van het tuchtrecht maakt dan ook onderdeel uit van de professionalisering van de jeugdzorg.
De inspectie(s) kunnen alleen een klacht indienen tegen een jeugdprofessional die geregistreerd is in het register van Stichting Kwaliteitsregister Jeugd.
De Colleges van Toezicht en Beroep toetsen het handelen van de jeugdhulpverlener. Maatregelen die de colleges op kunnen leggen zijn:
- Waarschuwing
- Berisping
- Voorwaardelijke schorsing van de registratie in het Kwaliteitsregister Jeugd met een proeftijd van ten hoogste 1 jaar.
- Schorsing van de inschrijving in het Kwaliteitsregister Jeugd voor ten hoogste 1 jaar.
- Doorhaling van de inschrijving in het Kwaliteitsregister Jeugd en/of ontzegging van het recht opnieuw in het register te worden ingeschreven.
Openbaar
Alle uitspraken over zorgverleners worden anoniem gepubliceerd op de website van de tuchtcolleges als er geen hoger beroep meer mogelijk is. Maatregelen die een beroepsbeperking inhouden, komen ook in het BIG-register te staan en vaak worden ze ook gepubliceerd in de lokale krant. Als de rechter het noodzakelijk vindt, kan ook een berisping worden aangetekend in het BIG-register en gepubliceerd.
Tuchtmaatregelen aan jeugdhulpverleners worden gepubliceerd op de website van het SKJ.
Hoger beroep
Wie het oneens is met de uitspraak van een regionaal tuchtcollege of College van Toezicht kan in sommige gevallen in beroep gaan bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg of het College van Beroep.
Voordracht aan tuchtcollege
De inspectie kan aan het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg een oordeel vragen over een zorgverlener. Dit gebeurt als de inspectie vindt dat die zorgverlener ongeschikt is om zijn beroep uit te oefenen.
Bijvoorbeeld door de geestelijke of lichamelijke toestand van de zorgverlener (ziekte) of door drankmisbruik of verslaving. Dit kan alleen voor zorgverleners die in het BIG-register staan of maximaal 1 jaar voor de voordracht ingeschreven stonden.
Het RTC bepaalt dan of een zorgverlener niet meer geschikt is om zijn beroep uit te oefenen. Het RTC kan drie soorten uitspraken doen:
- Een zorgverlener schrappen uit het BIG-register;
- Aangeven wat hij niet meer mag doen;
- Bijzondere voorwaarden stellen voor het uitoefenen van zijn beroep.
Door wie
De inspectie draagt een zorgverlener voor aan het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.
Over wie
Een zorgverlener die in het BIG-register staat of maximaal 1 jaar voor de voordracht ingeschreven stond.
Doel
Voorkomen van schade aan de gezondheid van patiënten in de toekomst.
Openbaar
Maatregelen die de bevoegdheid van een zorgverlener verkleinen, komen in het BIG-register te staan (onder bevoegdheidsbeperkingen).
Hoger beroep is mogelijk bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg.