De inspectie maakt zich zorgen over de zorg voor onverzekerden. Het lijkt erop dat zorgverleners onvoldoende in staat zijn om aan onverzekerde patiënten goede zorg te bieden. Dit komt onder andere door onwetendheid bij zorgverleners over regelingen, door knelpunten in die regelingen en door te weinig onderlinge afstemming in de zorgketen. Het aantal onverzekerden groeit ondertussen en daarmee wordt het probleem voor patiënt en professional steeds groter. Dat blijkt uit de gesprekken die de inspectie had met onverzekerden, professionals en landelijk betrokken partijen. 

Als mensen met gezondheidsproblemen niet op tijd de zorg krijgen die zij nodig hebben, omdat zij niet verzekerd zijn, dan is het risico dat die gezondheidsproblemen steeds ernstiger worden. Het zorgt voor grotere gezondheidsverschillen en hogere maatschappelijke kosten. Er ligt dan ook opgave voor het hele zorgdomein om te zorgen dat de toegang tot zorg voor onverzekerden verbetert. Zodat zorgverleners beter in staat zijn om medisch noodzakelijke zorg te bieden aan deze mensen. 

Om een beeld te krijgen van hoe medisch noodzakelijk de zorg voor onverzekerden is, sprak de inspectie met onverzekerden die zorg nodig hadden, professionals en partijen die betrokken zijn bij de organisatie van de zorg voor onverzekerden.

Medisch noodzakelijke zorg voor onverzekerden niet vanzelfsprekend

Iedereen in Nederland heeft recht op medische noodzakelijke zorg. Zodra iemand geen zorgverzekering heeft of deze wegvalt is dat recht op zorg niet meer vanzelfsprekend. Onverzekerden kennen de mogelijkheden voor ondersteunende voorzieningen zoals medisch noodzakelijke hulp vaak niet.

Zij weten niet waar ze recht op hebben en waar zij terecht kunnen. Ondertussen stapelen de problemen zich op voor deze mensen. Ze gaan zorg mijden uit angst voor de rekeningen, de gevolgen van een illegale status of moeilijke confrontaties bij een zorgorganisatie. Daardoor lopen ze meer kans op ernstigere en blijvende gezondheidsproblemen. 

Want juist deze mensen hebben vaak meerdere aandoeningen zoals diabetes, hart- en vaatziekten of kanker, naast bijvoorbeeld een licht verstandelijke beperking, mentale problemen of een verslaving. Zij hebben vaak ook nog andere problemen zoals werkeloosheid, problemen met huisvesting of met de inschrijving in de gemeentelijke Basisregistratie Personen (BRP) of met het regelen van een verblijfsvergunning. Het netwerk waarvan ze hulp kunnen krijgen is niet groot. Een deel van hen heeft ook problemen om de Nederlandse taal te spreken en te begrijpen.  Ook vinden ze het lastig om voor zichzelf op te komen. 

Hoeveel van deze onverzekerden er exact in Nederland zijn weet niemand, dit wordt niet goed geregistreerd. Maar het zijn er zeker meerdere tienduizenden en het aantal blijft stijgen. Het zijn mensen zoals mevrouw Z. die naar Nederland kwam om te werken, maar nu geen verblijfsvergunning en zorgverzekering meer heeft. Of meneer K. die zijn zorgverzekering kwijtraakte toen hij zijn woning verloor, op straat leefde en zijn rekeningen niet meer kon betalen. Of zoals mevrouw P. die naar Nederland kwam en na een paar jaar vergat haar verblijfsvergunning te verlengen en zich niet meer kon verzekeren. 

Deze onverzekerden zijn Nederlandse dak- en thuislozen, (Midden- en Oost-Europese) EU-arbeidsmigranten en migranten van buiten de Europese Unie (EU) zonder geldige documenten (ongedocumenteerden). 

Voor de zorg aan deze mensen zijn er 2 regelingen die kosten (deels)  vergoeden:

Zorg leveren aan onverzekerden lukt onvoldoende

Voor zorgverleners is het een uitdaging om passende zorg aan onverzekerden te leveren.  Niet alleen omdat zij te maken hebben met complexe zorgvragen maar ook omdat het een complex systeem is. 

Het is belangrijk dat zorgverleners in staat zijn zorg te leveren. Er zijn een aantal problemen die passende zorg in de weg zitten: 

1.    Zonder begeleiding naar zorg, geen zorg 

Door de verminderde toegang tot zorg en het beperkte aanbod van zorg voor onverzekerden ontstaan er buiten de reguliere zorg talloze initiatieven die onverzekerden helpen. Dat is begeleiding vanuit maatschappelijke of gemeentelijke organisaties of vanuit welzijnsinstellingen. Deze professionals weten meer over deze doelgroep, weten waar ze moeten zijn en waar een onverzekerde recht op heeft. De onverzekerden komen deze professionals vaak per toeval of via via tegen.

Zonder zorgbus was mevrouw Z. misschien wel nooit geholpen

0:00
0:00
-0:00

2.    Niet elke zorgaanbieder biedt zorg aan onverzekerden 

Onverzekerden kunnen niet bij iedere zorgorganisatie terecht. Dit heeft te maken met meerdere aspecten, bijvoorbeeld of de zorgorganisatie een contract heeft met het CAK  voor het bieden van zorg aan de doelgroep die onder de OVV valt. 
Ongedocumenteerden kunnen vaak maar bij enkele apotheken in een stad terecht. 

Voor de huisartsenzorg ligt dit anders. Iedere onverzekerde zou in principe bij een huisarts terecht kunnen, maar in de praktijk ziet de inspectie dat het per stad verschillend is georganiseerd: bij de ene stad is de afspraak gemaakt om onverzekerden gelijk te verdelen over de praktijken, terwijl in de andere stad er bepaalde huisartspraktijken of speciale straatarts-praktijken zijn die onverzekerden helpen. 
Zorgaanbieders in een gemeente weten niet allemaal van elkaar wie deze zorg levert en is er bovendien onvoldoende aanbod. 

3.    Voor onverzekerden met complexe zorgvragen is weinig tijd, plek, en vergoeding  

Zorg aan onverzekerden gaat vaak over complexe problematiek en is vaak ook breder dan alleen een zorgvraag. Daardoor is de standaard duur van een consult meestal niet lang genoeg. 

Ook is het voor zorgverleners lastig om door te verwijzen en vervolgzorg te organiseren. Dat geldt niet alleen voor huisartsen of straatartsen en -verpleegkundigen maar ook voor artsen van de Spoedeisende Hulp en medisch specialisten. 
Denk bijvoorbeeld aan:  

  • een doorverwijzing naar een geestelijke gezondheidszorg-instelling (ggz) waar vervolgzorg moet plaatsvinden. Naast de algemene problemen met de wachttijden is het ook moeilijk als mensen de Nederlandse taal niet spreken of geen stabiele thuissituatie hebben. 
  • een doorverwijzing naar een herstelplek na een ingrijpende operatie, ongeval of ziekte. De toegang tot een revalidatiecentrum of een verpleeghuis is lastig te regelen. Want daar wordt verwacht dat de patiënt na herstel naar huis kan gaan, terwijl er in deze gevallen niet altijd een geschikt thuis is. 

Het inschakelen van een tolk gebeurt weinig omdat de kosten vaak niet worden gedekt. Voor de zorg aan ongedocumenteerden worden huisartsen, paramedici, ggz- en Wlz-instellingen (instellingen die vallen onder de Wet langdurige zorg) niet compleet vergoedt op basis van de OVV. 

Onverzekerden kunnen ook zorg nodig hebben die buiten deze regelingen valt. Denk aan Wlz-zorg voor de groep die onder de SOV valt.  Mondzorg en medische hulpmiddelen zijn voor onverzekerden niet gedekt. Zeker onder daklozen is vaak sprake van verwaarloosde gebitten wat zelfs kan leiden tot opnames op de afdeling Intensive Care. Daarnaast komen onverzekerden niet in aanmerking voor preventieve zorg zoals vaccinaties en bevolkingsonderzoeken. 

Hoe? Een palliatieve behandeling voor Meneer K. op straat

0:00
0:00
-0:00

4.    Regelingen niet duidelijk voor zorgverleners

Uit de gesprekken blijkt dat niet alle zorgverleners weten dat er regelingen voor onverzekerden bestaan. Door onbekendheid met die regelingen kan een huisarts bijvoorbeeld ten onrechte onverzekerden behandelen als passant of sturen baliemedewerkers van een ziekenhuis onverzekerden weg. 

Van de straatverpleegkundigen en -artsen hoort de inspectie dat zij regelmatig zorgverleners moeten bellen om een onverzekerde patiënt bij de juiste zorgverlener te krijgen, wat hen extra tijd kost. Als onverzekerde patiënten eenmaal in een ziekenhuis zorg krijgen, dan komt het soms nog voor dat zij bij de volgende balie waar zij zich melden, bijvoorbeeld voor bloedonderzoek, opnieuw worden geweigerd. 

Niet alleen zijn de regelingen onbekend, ook de administratieve handelingen om de geleverde zorg te kunnen declareren kunnen ertoe leiden dat zorgverleners afzien van het bieden van zorg aan deze groep. Daarnaast bestaat er ook onduidelijkheid over de invulling van het begrip medisch noodzakelijke zorg.  Valt daar bijvoorbeeld alleen spoedmedicatie onder of ook begeleiding bij stoppen met roken? Vanuit verschillende kanten horen we terug dat er behoefte is aan meer duidelijkheid over wat wel en niet onder medisch noodzakelijke zorg valt. 

Tot slot ziet de inspectie dat- door onduidelijkheid- zorgaanbieders verschillend omgaan met de inspanningsverplichting van zorgaanbieders om de kosten van de geleverde zorg (deels) te verhalen op de onverzekerde. Bij het ene ziekenhuis moet de onverzekerde vooraf een eigen bijdrage betalen om in zorg te komen, bij een ander ziekenhuis moeten de onverzekerden een verklaring ondertekenen en krijgen ze een rekening en eerste aanmaning, die ze niet hoeven te betalen. Maar andere onverzekerden, die de inspectie heeft gesproken, hebben stapels onbetaalde rekeningen liggen, die ze nog moeten betalen. Deze rekeningen leiden tot veel stress en vaak zoekt de onverzekerde daarom geen hulp meer bij gezondheidsproblemen.

Steeds opnieuw de situatie uitleggen en toch de rekeningen moeten betalen

0:00
0:00
-0:00

Aanbevelingen om zorg voor onverzekerden goed op te nemen in reguliere zorg

Bovenstaande problemen hebben gevolgen voor de onverzekerde die zorg nodig heeft én de zorgverlener. Daarom is het zo belangrijk om te kijken hoe deze situatie kan verbeteren. 

Wat kunnen zorgaanbieders en hun lokale netwerk dan nu doen?

Meer kennis bij de zorgaanbieders en hun zorgverleners over dit onderwerp is essentieel. Zorgaanbieders kunnen ervoor zorgen dat al het personeel - ook de baliemedewerkers - weten dat onverzekerden net als iedereen recht hebben op medische noodzakelijke zorg. En dat daarvoor geldende regelingen (SOV en OVV) zijn. Er zijn verschillende cursussen en e-learnings op dit gebied. De nieuwe wegwijzer Zorg voor onverzekerden en de aanvullende informatie van de stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) kunnen daarbij ook helpen. 
Meer kennis over de rechten van onverzekerden, de cultuur van doelgroepen, de vergoeding en declaratie van de regelingen, wat onder medisch noodzakelijke zorg valt en hoe tolken ingeschakeld kunnen worden is een voorwaarde om te voorkomen dat mensen ten onterechte geen toegang krijgen tot medisch noodzakelijke zorg.
Belangrijk is ook dat het lokale netwerk meer samenwerkt. Dat zorgaanbieders knelpunten uitwisselen en tot oplossingen komen met elkaar, de gemeente, en de maatschappelijke en welzijnsorganisaties in een gemeente. Eventueel onder coördinatie van de gemeentelijke gezondheidsdienst GGD. Dat zij onderlinge afspraken maken om alle doelgroepen beter in beeld te krijgen, regelen dat voldoende zorgaanbieders zorg voor onverzekerden bieden en ervoor zorgen dat het veel eenvoudiger wordt om door te verwijzen.
Op deze manier zijn zorgverleners veel beter in staat om onverzekerden medisch noodzakelijke zorg te bieden en de toegang tot zorg voor deze groep aanzienlijk te verbeteren.

Wat doet de inspectie?

Het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) werkt aan het omvormen van de 2 regelingen naar één nieuwe, doelmatigere en geharmoniseerde regeling. Ter ondersteuning deelt de inspectie met VWS het beeld dat ze heeft opgehaald over de zorg voor onverzekerden.