In de eerste 1000 dagen van een kind wordt de basis gelegd voor een gezonde en kansrijke toekomst. Steeds meer gemeenten bundelen daarom de krachten in lokale coalities Kansrijke Start, waarin zorg, welzijn en opvoeding elkaar vinden. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd bezocht 4 recent opgerichte coalities – in Westland, Culemborg, De Bilt en Wassenaar – om te leren hoe de samenwerking in deze nieuwe zorgnetwerken vorm krijgt. Als eerste focussen we op het thema Kansrijke Start. Beweegzorg en (Positieve) Gezondheid komen in andere publicaties aan bod.

In deze publicatie bundelen we de opgehaalde inzichten, voorbeelden en aandachtspunten voor duurzame samenwerking. Wat ons tijdens de gesprekken opviel, waren de energie en de betrokkenheid van de professionals, maar ook de kwetsbaarheid van de samenwerking die drijft op persoonlijke inzet. 

De kracht van gedeeld eigenaarschap

In de coalities Kansrijke Start zien we hoe professionals uit verschillende domeinen samen optrekken rondom 1 gedeelde ambitie: ieder kind verdient een goede start, ongeacht waar de wieg staat. De uiteenlopende aard van de betrokken partners blijkt een verrassende meerwaarde te hebben in het realiseren van die ambitie. Zo is een partner in verschillende coalities, de bibliotheek, een toegankelijke plek waar signalen van taalachterstanden bij jonge kinderen vroegtijdig kunnen worden opgepikt. 

Verder benoemen kinderfysiotherapeuten dat zij problemen in de motoriek vaak als eerste zien – een geschikt startpunt om zorg en preventie beter met elkaar te verbinden, al wordt die mogelijkheid nog niet overal benut. Tegelijkertijd blijkt dat essentiële schakels zoals huisartsen in de coalitie vaak ontbreken. Hun betrokkenheid bij de coalitie is meestal afhankelijk van individuele inzet. Dat maakt de samenwerking kwetsbaar en zet de continuïteit van zorg onder druk.
 

De kracht van de coalitie ligt in de intensieve samenwerking, gebaseerd op wederzijds vertrouwen, gedeelde inzet en heldere communicatie

Betrek ouders als gelijkwaardige partners

Hoewel de ambitie om ouders actief te betrekken breed wordt gedeeld, blijkt het in de praktijk nog lastig om dit structureel vorm te geven. In sommige coalities wordt de stem van ouders opgehaald via enquêtes of vertegenwoordigd door een ervaringsdeskundige in het kernteam – iets dat als waardevol wordt ervaren en het streven naar cliëntgerichtheid onderstreept.

Toch blijft ouderbetrokkenheid vaak incidenteel en onvoldoende verankerd in de werkwijze van de bezochte coalities. Ervaringen van gezinnen worden nog maar zelden structureel meegenomen bij het evalueren en verbeteren van de samenwerking. Daardoor is voor ouders vaak niet duidelijk wat de gezamenlijke inzet van professionals voor hen concreet oplevert.

In de praktijk merken coalitiepartners dat ze nog te vaak naast elkaar werken in plaats van met elkaar, wat kan leiden tot tegenstrijdige adviezen aan ouders. Dit ondermijnt het vertrouwen en belemmert effectieve ondersteuning. Veel gezinnen zijn bovendien onvoldoende op de hoogte van het beschikbare aanbod, waardoor passende ondersteuning niet altijd wordt gevonden of benut. De coalities onderstrepen dan ook dat échte aansluiting bij de leefwereld van gezinnen pas mogelijk is wanneer zij structureel worden betrokken bij het ontwikkelen en verbeteren van de ondersteuning.

Formele afspraken en modellen helpen, maar het zijn de ervaringen van ouders die richting geven aan écht passende ondersteuning

Leer door te doen

Coalitiepartners benoemen wat in de praktijk goed werkt. Ten eerste blijkt gezamenlijk reflecteren op casussen een belangrijke succesfactor voor samenwerking. Door middel van casuïstiekbesprekingen leren professionals elkaars werkwijze en rol beter kennen. Daarbij is het cruciaal dat de communicatie naar ouders eenduidig is: “Hoe ging het met de verwijzingen? Waren onze boodschappen afgestemd?” Dergelijke besprekingen zorgen niet alleen voor betere afstemming richting ouders, maar versterken ook de onderlinge samenwerking. Door samen terug te kijken op wat goed ging en wat beter kan, groeit het vertrouwen tussen partners en verbetert de samenhang in de ondersteuning.

Als iedere partij het heeft over stoppen met roken, maar iedereen iets anders zegt over de manier waarop, haakt de moeder af

Ten tweede is het maken en up-to-date houden van een sociale kaart (‘smoelenboek’) een praktisch hulpmiddel in de samenwerking. Het up-to-date houden wordt gedaan door tijdens iedere bijeenkomst te checken of het nog klopt wie waar zit en wie waarvoor gebeld kan worden. 

Maak samenwerking zichtbaar

Door de samenwerking binnen de coalitie wordt het verschil gemaakt voor ouders en kinderen. Denk aan gezamenlijke (prenatale) huisbezoeken door Centrum Jeugd & Gezin en GGD, waarbij soms ook het sociaal team aansluit. Of aan de warme overdrachten tussen kraamzorg en de POP-poli’s (een spreekuur voor psychiatrische ondersteuning rond zwangerschap). Een goed voorbeeld van passende, geïntegreerde zorg is CenteringZwangerschap: ouders vinden steun bij elkaar, professionals sluiten direct aan en er ontstaan netwerken die blijven.

De coalities werken vaak thematisch. Onderwerpen als hechting, taalontwikkeling, armoede, vaccinatiegraad, mondgezondheid en huiselijk geweld staan geregeld op de agenda – allemaal onderwerpen die raken aan de kansrijke start van een kind.

Breng focus aan met duidelijke keuzes en afspraken

In de bezochte coalities valt de betrokken en toegankelijke houding van professionals op. Tegelijkertijd blijkt dat duidelijke rolduiding, afspraken over vervanging en goed georganiseerde processen nodig zijn om de samenwerking minder afhankelijk te maken van individuele inzet, vooral bij personele wisselingen.

Coalities geven aan dat het essentieel is om duidelijke keuzes te maken: wat doen we wel, en wat juist niet? Door focus aan te brengen blijft de samenwerking werkbaar, doelgericht en inspirerend. Bijeenkomsten moeten geen verplicht nummer zijn, maar juist energie geven, ruimte bieden om elkaar beter te leren kennen en helpen bij het oplossen van knelpunten in de praktijk. Alleen dan ontstaat ruimte om écht van elkaar te leren en samen stappen te zetten.

Samenwerken vraagt tijd en ruimte – juist daar zit onze wens én onze kwetsbaarheid

Samen verder bouwen

De 4 coalities lieten zien wat er mogelijk is als organisaties samenwerken met een gedeeld doel. Ze toonden lef, leervermogen en toewijding. Tegelijkertijd ligt er nog werk: beter luisteren naar ouders, samenwerking met medische partners verstevigen, en de structuren zó inrichten dat het werkt – ook als mensen wisselen of middelen schaarser worden.

Wat alle 4 de coalities gemeen hadden? Een grote intrinsieke motivatie om te blijven bouwen aan een sterke start. Voor ieder kind. Want daarmee begint alles.

Meer weten? Lees de volledige rapporten: