Warm weer? Let op bij test- en vaccinatielocaties

Test- én vaccinatielocaties moeten bij hoge buitentemperaturen extra opletten. Zowel bij het testen op het coronavirus als het vaccineren tegen het coronavirus is het van belang dat de gebruikte materialen niet te warm worden. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft de aanbieders van testen en vaccinaties gevraagd hier extra op te letten en zich indien nodig extra voor te bereiden op toekomstige dagen met tropische warmte.

Bij bezoeken aan enkele testlocaties vorige week constateerden inspecteurs dat de temperatuur op de afnamelocatie niet altijd goed in de gaten wordt gehouden. Ook is er niet altijd een koelkast aanwezig. Bij hoge buitentemperaturen kan dit een probleem zijn, omdat de testen dan niet binnen de juiste bewaarcondities kunnen worden bewaard en niet op de juiste gebruikstemperatuur worden afgenomen en uitgevoerd. Dit kan een negatief effect hebben op de betrouwbaarheid van de testuitslag. De juiste bewaarcondities verschillen per test.

Continue monitoring van zowel de opslagplaats van de testen als de ruimte waar de testen worden uitgevoerd én afkoelingsmogelijkheden van deze ruimtes zijn hiervoor van belang.

Maximale temperaturen vaccins

Ook voor de vaccins zijn er maximale temperaturen. Dit is voor de vaccins van Pfizer, Moderna en AstraZeneca 30 graden en voor het vaccin van Janssen 25 graden. De IGJ ziet dat de GGD’en hier alert op zijn en samen met betrokken apothekers en met het RIVM zoeken naar oplossingen. Goede ideeën worden uitgewisseld. Ook zag de inspectie dat veiligheidsregio’s snel inspringen om voor koeling te zorgen.

Deze bevindingen en meer resultaten van het toezicht op vaccineren zijn te vinden in de vierde factsheet Vaccineren op stoom: van opschaling naar stabilisering.