Wat te doen na seksueel grensoverschrijdend gedrag
Wanneer u zorg of jeugdhulp nodig heeft, gaat u in behandeling bij iemand. Van deze persoon – uw zorgverlener – bent u afhankelijk voor de zorg. U heeft daarom geen gelijkwaardige relatie met uw zorgverlener. Uw zorgverlener moet ervoor zorgen dat het contact professioneel is en blijft. Over een seksuele grens heen gaan is geen goede zorg.
Als een zorgverlener de grens over gaat
Seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener kan veel schade veroorzaken. Het gedrag kan variëren van seksueel getinte Whatsapp-berichten en onnodige aanrakingen tot aan seksueel misbruik. Misschien heeft of had u (verliefde) gevoelens voor uw zorgverlener en wilde u het seksueel contact op dat moment zelf ook.
Voor zorgverleners is elke vorm van seksueel contact met een cliënt of patiënt altijd verboden. Soms is het zelfs strafbaar. Op deze pagina staat wat u kunt doen als een zorgverlener zich niet aan deze belangrijke regel houdt.
Wat kan ik doen als cliënt en slachtoffer?
Praten over seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener is niet makkelijk. Misschien voelt u zich schuldig of schaamt u zich. Of maakt u zich zorgen over wat er gebeurt als het bekend wordt. Misschien wilt u niet dat de zorgverlener problemen krijgt, of dat de zorg aan u stopt. Toch is het belangrijk dat het gedrag stopt en u goed geholpen wordt. Probeer iemand te vertellen wat u meemaakt of heeft meegemaakt. Bijvoorbeeld een familielid, vriend(in) of een professional. Wat u verder kunt doen, hangt af van uw situatie:
Het Centrum Seksueel Geweld geeft professionele hulp aan iedereen die een ongewenste seksuele ervaring heeft meegemaakt. Ook kunnen de medewerkers met u meedenken over wat u kunt doen. U kunt gratis en anoniem contact zoeken. Via de chat op de website van het Centrum Seksueel Geweld, of door te bellen met 0800-0188.
U kunt contact opnemen met de organisatie waarvoor uw zorgverlener werkt. Als deze zorgaanbieder een vertrouwenspersoon heeft, dan kunt u daarmee praten. Is er geen vertrouwenspersoon? Dan kunt u contact opnemen met de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder. Informatie hierover staat meestal op de website van de zorgaanbieder.
Als uw melding over een zorgverlener in de jeugdhulp gaat, kunt u contact opnemen met een vertrouwenspersoon van Jeugdstem (oude naam: Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg). Een vertrouwenspersoon kan u helpen bij het indienen van uw klacht. En bij gesprekken met de zorgaanbieder.
Zelfstandig werkende zorgverleners moeten een klachtenfunctionaris hebben. Daar kunt u contact mee opnemen. Informatie hierover staat meestal op de website van de zorgverlener. Wilt u dit niet? Neem dan contact op met het Landelijk Meldpunt Zorg van de inspectie.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener kan strafbaar zijn. Als u denkt dat dat zo is, kijk dan op de website van de politie. Daar vindt u informatie over wat zij voor u kunnen doen. Anoniem chatten kan via www.vraaghetdepolitie.nl. Wilt u liever (nog) geen contact met de politie? Dan kunt u ook altijd contact opnemen met het Centrum Seksueel Geweld - zie hierboven bij ‘Ik heb direct hulp en steun nodig’. Of met het Landelijk Meldpunt Zorg van de inspectie, waarover u hieronder meer leest.
U kunt contact opnemen met het Landelijk Meldpunt Zorg van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Wij luisteren, denken mee en geven advies over wat u kunt doen in uw situatie. U kunt bellen naar 088-120 5020, een brief schrijven of een contactformulier invullen. Kijk op de pagina Contact met het Landelijk Meldpunt Zorg.
Wat kan ik doen als naaste of betrokkene?
Bent u zelf geen slachtoffer? Maar weet u wel dat een zorgverlener bij iemand over de grens is gegaan? Zoek dan contact met het Landelijk Meldpunt Zorg. Wij zijn onderdeel van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en kunnen met u meedenken over wat u kunt doen.
Wat kan de inspectie doen?
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd hoort over seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener via meldingen en signalen. Deze krijgen we bijvoorbeeld van aanbieders van zorg en jeugdhulp, de politie, slachtoffers en hun naasten. De inspectie neemt alle meldingen serieus. Daarom bekijken we elke melding die binnenkomt via het Landelijk Meldpunt Zorg.
We beslissen per situatie of een melding verder onderzocht wordt, en op welke manier. Hierbij kijken we naar de veiligheid van patiënten. Als u anoniem wilt melden, kan dat invloed hebben op de stappen die we kunnen nemen tegen de zorgverlener of zorgaanbieder. Als u contact met ons opneemt, leggen we graag uit wat dit voor uw situatie betekent. En ten slotte kunnen we signalen die we via meldingen binnenkrijgen ook meenemen in ons toezicht.
Als uw melding verder onderzocht wordt, zijn er verschillende stappen mogelijk. Hieronder leest u welke stappen dat zijn en wie deze neemt.
Als de inspectie een melding in behandeling neemt, vragen we meestal aan de zorgaanbieder om zelf onderzoek te doen naar de gebeurtenis. Hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat heeft de zorgaanbieder ervan geleerd? Wat gaat de zorgaanbieder doen om hiervan te leren en herhaling te voorkomen? De inspectie beoordeelt het rapport dat de zorgaanbieder hierover maakt. We letten er bijvoorbeeld op of het onderzoek goed is uitgevoerd door een (onafhankelijke) onderzoeker.
Soms doet de inspectie zelf onderzoek naar de situatie, en naar het gedrag en de manier van werken van de zorgverlener. Dit doen we als er teveel onduidelijk is. Of als de zorgaanbieder niet genoeg verbetert en er nog (toekomstige) risico’s zijn. Ook doen we vaker zelf onderzoek als een zorgverlener in het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of BIG-register staat en/of zelfstandig werkt. We kunnen extra informatie vragen. Zorgverleners moeten hieraan meewerken. De inspectie kan ook de melder bij het onderzoek betrekken; u kunt zelf beslissen of u wilt meewerken.
Omdat zulke meldingen om grondig onderzoek vragen, kan het onderzoek een paar maanden tot jaren duren. Hoelang het duurt, hangt onder andere af van het aantal mensen dat we spreken en of we maatregelen nemen. En of wij wel of niet een tuchtklacht indienen.
Ook als wij als inspectie zelf geen onderzoek doen, kunnen we toch in actie komen. Vaak neemt een inspecteur contact op met de zorgaanbieder en of de zorgverlener. En we zetten de melding en de zorgverlener waarover het gaat in ons toezichtdossier over de zorgaanbieder.
Als we vinden dat er grote, toekomstige risico’s voor de veiligheid van cliënten zijn en/of de zorgverlener zich niet hield aan beroepsregels, kan de inspectie maatregelen nemen. We kunnen geen straffen uitdelen zoals een gevangenisstraf of taakstraf. Dit kan alleen een rechter doen. Welke maatregelen we nemen, hangt af van de situatie en de resultaten van ons onderzoek. Hieronder staan de 3 opties die we hebben. Hierover kunt u meer lezen in onze brochure 'Het mag niet, het mag nooit’.
Informele interventie
Met informele interventies zorgt de inspectie dat een zorgverlener of zorgaanbieder zelf actie onderneemt. We kunnen hen bijvoorbeeld aanspreken of om een verbeterplan vragen. Ook kunnen we verscherpt toezicht houden op de zorgaanbieder.
Bestuursrechtelijke interventie
De inspectie kan maatregelen nemen richting de zorgaanbieder of zorgverlener. Dat kan als de zorgverlener zich niet aan de regels van zijn of haar beroep hield. Lees hier welke maatregelen er zijn.
Tuchtrechtelijke interventie
Als de zorgverlener over wie u een melding deed in het Kwaliteitsregister Jeugd (SKJ) of BIG-register staat, dan kan de inspectie een klacht indienen bij het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg of het College van Toezicht. Lees meer op onze pagina Tuchtklacht. Als de zorgverlener geen registratie heeft, dan kan de inspectie geen tuchtklacht indienen. We kunnen wel controleren welke regels zijn overtreden en in gesprek gaan met betrokkenen. En de zorgverlener volgen in zijn of haar verbetertraject. Ook zetten we een ‘aantekening’ in ons toezichtsysteem als we vinden dat er een ernstige bedreiging kan zijn voor de veiligheid van cliënten en de zorg.