Toetsingskader lijkschouw bij (verdenking van) niet-natuurlijke dood

Om transparant te zijn over wat de inspectie toetst, maakt de inspectie toetsingskaders voor toezicht op de verschillende sectoren, zorgprocessen en onderdelen van de gezondheidszorg en jeugdhulp. Een toetsingskader bestaat uit een aantal normen en daarbij horende toetsingscriteria. Die zijn gebaseerd op wet- en regelgeving en zogeheten ‘veldnormen’, die beroepsorganisaties van zorgverleners hebben opgesteld.

Met het ‘Toetsingskader lijkschouw bij (verdenking van) niet-natuurlijke dood’ toetst de inspectie de lijkschouw door forensisch artsen, bij (verdenking van) een niet-natuurlijke dood: daarbij gaat het om uitvoering van de geldende procedures en de kwaliteit van de lijkschouw zelf. De inspectie gebruikt dit toetsingskader per september 2020: dit is de eerste versie ervan. Het wordt aangepast als dat nodig is vanwege (veranderingen in) de praktijk, het vakgebied, de organisatie en wet- en regelgeving.

Lijkschouw door forensisch artsen

Nadat iemand overlijdt, wordt het lichaam doorgaans door de behandelend arts geschouwd. Deze arts kan alleen een verklaring van overlijden afgeven als hij ervan overtuigd is, dat de patiënt door een natuurlijke oorzaak is overleden. Bij twijfel moet de behandelend arts de gemeentelijk lijkschouwer (schouwarts) inschakelen. De rol van gemeentelijk lijkschouwer is een van de functies van een forensisch arts. Het is een publieke functie, die valt onder verantwoordelijkheid van de GGD.