Mondneusmaskers of -kapjes: verschillende soorten

Mondneusmaskers zijn er in verschillende soorten. Wat is het verschil tussen de verschillende soorten maskers? Waar bieden ze bescherming tegen en hoe herken je ze? En wie houdt er toezicht op?

Gebruik in de zorg
Over het gebruik van mondneusmaskers bij verzorging, verpleging of medische behandelingen buiten het ziekenhuis heeft de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het RIVM een richtlijn opgesteld. Die beschrijft uitgangspunten over welk type masker onder welke omstandigheden geschikt is. Over het gebruik in ziekenhuizen is er een leidraad van de Federatie Medisch Specialisten (FMS).

Niet-medische mondmaskers

Niet-medisch mondkapje

Niet-medische mondmaskers kunt u gebruiken in bijvoorbeeld openbare binnenruimten en het openbaar vervoer.

Voor deze maskers gelden geen wettelijke eisen over de kwaliteit en de bescherming die ze bieden.
Een niet-medisch mondmasker beschermt niet uzelf, maar kan de mensen om u heen beschermen als u het zorgvuldig draagt en gebruikt.

Deze maskers hebben geen officiële aanduidingen. Behalve de mededeling dat ze alleen bedoeld zijn voor civiel gebruik (dus niet voor persoonlijke bescherming of medische doeleinden). Ook staat er geen CE-markering of medische claim op de verpakking of een tekst die verwijst naar een norm.

Een niet-medisch mondmasker is altijd een aanvulling op andere hygiënemaatregelen. Het is geen vervanging voor het 1,5 meter afstand houden. Ook vaak handen wassen en hoesten in de elleboog blijven belangrijk. Net als thuisblijven voor wie gezondheidsklachten heeft.

Deze maskers zijn gebruiksartikelen, ze vallen onder de Warenwet. Het materiaal mag in het gebruik natuurlijk geen gevaar opleveren. Hierop houdt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) toezicht.

Persoonlijke beschermingsmiddelen voor werknemers en consumenten die werken met schadelijke stoffen

FFP2

De FFP-mondneusmaskers (FFP1, FFP2 en FFP3) zijn persoonlijke beschermingsmiddelen. Zij beschermen tegen het inademen van allerlei schadelijke stoffen (ook virussen) die via de lucht verspreid kunnen worden. Deze mondneusmaskers moeten volledig op het gezicht aansluiten.

De FFP-klasse geeft aan hoe goed het masker filtert bij het inademen van schadelijke stoffen. De maskers hebben de opschriften FFP1 (minimaal 80% van de deeltjes wordt tegengehouden), FFP2 (94%) of FFP3 (99%). Ook hebben de maskers een CE-markering. De maskers worden getoetst op basis van de norm NEN-EN 149 +A1 en moeten voldoen aan de Europese Verordening Persoonlijke beschermingsmiddelen (EC 2016/425).

De Nederlandse Arbeidsinspectie houdt toezicht op deze persoonlijke beschermingsmiddelen als ze voor professionals zijn bestemd. De NVWA houdt toezicht op deze persoonlijke beschermingsmiddelen als ze voor consumenten zijn bestemd.

Chirurgische maskers

Chirurgisch masker

Chirurgische mondmaskers (type I, II en IIR) zijn medische hulpmiddelen die zorgverleners dragen tijdens het verzorgen en behandelen van patiënten en cliënten. Ze beschermen de patiënt of cliënt tegen micro-organismen die van de zorgverlener af komen.

Deze chirurgische maskers sluiten minder strak aan op het gezicht van de gebruiker dan FFP-mondmaskers. Ze zijn daardoor minder effectief voor de bescherming van de zorgverlener tegen virussen van buitenaf. Dat komt doordat deeltjes uit de lucht via de zijkanten van het masker toch naar binnen kunnen komen. In de LCI-richtlijn en de FMS-leidraad staat wanneer een chirurgisch mondmasker volstaat, en wanneer een FFP-masker nodig is.

Op de verpakking moet staan dat het om een mondmasker voor medisch gebruik gaat. Er staat een CE-markering op. De maskers worden getoetst op basis van de norm NEN-EN 14683 en moeten voldoen aan de Europese richtlijn voor medische hulpmiddelen (Richtlijn 93/42/EEG of Verordening (EU) 2017/745).
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) doet het toezicht.

Toezichthouders

Drie inspectiediensten houden toezicht op de verschillende soorten mondneusmaskers:

Dit bericht is aangevuld op 16 december 2020.