Wat vindt de inspectie belangrijk

De inspectie vindt het belangrijk dat de afspraken die zorgaanbieders maken met de cliënt of patiënt en de mantelzorger navolgbaar zijn. Dit kan door de afspraken vast te leggen in het dossier. Dit geldt ook voor incidentele mantelzorg, zoals het toedienen van medicatie in de palliatieve fase in de thuissituatie.

Als een mantelzorger voor een langere periode zorg biedt is het belangrijk dat er een proces is waarin de zorgaanbieder steeds met de cliënt of patiënt en de mantelzorger bespreekt hoe het gaat en de afspraken evalueert.

Inspecteurs kunnen kijken naar de volgende punten:

  • De zorgaanbieder heeft een duidelijke visie en kaders over de samenwerking tussen de professionele zorgverlening en de informele zorg.
  • De zorgaanbieder bespreekt regelmatig met de cliënt of patiënt en de mantelzorgers over wat zij nog zelf kunnen en willen doen in de zorg. En legt de afspraken die zij hierover maken duidelijk vast in het dossier en beoordeelt deze regelmatig.
  • De zorgaanbieder zorgt voor duidelijke voorwaarden voor het aanleren van vaardigheden.
  • De zorgaanbieder is goed op de hoogte van de kennis en bekwaamheid van een mantelzorger.
  • De mantelzorger voelt zich bekwaam om de handelingen uit te voeren.
  • De zorgaanbieder praat met de cliënt of patiënt en de mantelzorger over persoonlijke grenzen, belastbaarheid en verwachtingen.
  • De zorgaanbieder biedt ruimte voor keuzevrijheid van de mantelzorger. Bijvoorbeeld als de mantelzorger op vakantie wil of tijdelijk wil stoppen met de zorgtaken.

Wat ziet de inspectie in de praktijk?

We zien in ons toezicht dat zorgaanbieders steeds vaker aan mantelzorgers vragen om samen te werken bij het zorgen voor een naaste.

Voorbeelden

  • Zorgaanbieders vragen aan mantelzorgers om te helpen bij de algemene dagelijkse zorg, zoals wassen en aankleden.
  • Mantelzorgers voeren zorgtaken uit, waaronder risicovolle en voorbehouden handelingen. Bijvoorbeeld een mantelzorger die de stomazorg voor haar echtgenoot verzorgt en insuline injecteert.

We zien dat het helpt als een zorgaanbieder een duidelijke visie heeft over het samenwerken met mantelzorgers. Ook helpt het als de zorgaanbieder hierover duidelijk communiceert als een cliënt of patiënt voor het eerst bij hen komt. Zo zien we voorbeelden waarin een zorgaanbieder brochures en uitdeelkaarten ontwikkelt om de wederzijdse verwachtingen tussen professionele zorg en mantelzorg duidelijk te maken. Zorgverleners, cliënten of patiënten en hun mantelzorgers gaan op basis van deze visie en uitdeelkaart met elkaar in gesprek over wat mantelzorgers kunnen bijdragen in de zorg aan hun naaste.

Van mantelzorger naar vrijwilliger

We zien in het toezicht ook dat mantelzorgers door zorgaanbieders worden gevraagd om activiteiten op te pakken voor meer cliënten. De mantelzorger biedt dan niet alleen meer zorg aan een naaste. In dit geval zien we de mantelzorger als vrijwilliger. Er gelden dan andere regels. Zie daarvoor Samenwerken met vrijwilligers.