Gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Ook moeten gemeenten het toezicht op de uitvoering van de Wmo organiseren, het Wmo-toezicht. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft de wettelijke taak om daarover elk jaar te rapporteren. Deze rapportage gaat over het kwaliteitstoezicht Wmo in 2024.

We sluiten in deze rapportage aan bij het beleidskader Wmo-toezicht - kwaliteitstoezicht. In 2023 deed de voormalige staatssecretaris van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) verbetervoorstellen voor de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Wmo-toezichthouder en gemeenten.

Hieruit volgden een aantal stappen:

  • Stimuleringsprogramma toezicht Wmo: Begin 2025 startte het Stimuleringsprogramma toezicht Wmo.
  • Keuzehulp Wmo-toezicht: De VNG stelde een keuzehulp Wmo-toezicht op met praktische handvatten voor gemeenten om het Wmo-toezicht te organiseren en in te richten. 
  • Het model toetsingskader kwaliteitstoezicht: In augustus 2025 publiceerde de VNG een model toetsingskader voor kwaliteitstoezicht. 
  • De wetswijziging van de Wmo 2015: momenteel is een wetswijziging van de Wmo 2015 in voorbereiding. Hiermee wordt een wettelijke basis gelegd voor de onafhankelijke positie van de toezichthouder, de inrichting en organisatie van het Wmo-toezicht in de gemeentelijke context en de transparantie van het Wmo-toezicht.

In totaal deden 280 (respons 82%) gemeenten in Nederland mee aan het onderzoek naar kwaliteitstoezicht Wmo in 2024. Dat is 13% meer dan in 2023, een positieve ontwikkeling. In deze rapportage beschrijven we de meest opvallende resultaten. We zien een gunstige ontwikkeling in de richting van versterking van de onafhankelijke positie van de toezichthouder, meer transparantie over het Wmo-toezicht en een toename in de onderlinge samenwerking van gemeenten. Tegelijkertijd is verbetering nodig op onderdelen zoals registratie en openbaarmaking van jaarverslagen.

Conclusies

De IGJ ziet dat de meeste gemeenten zich inzetten voor een goede organisatie en uitvoering van het Wmo-toezicht. De IGJ vraagt vooral aandacht van de gemeenten voor de onafhankelijkheid en de transparantie van het Wmo-toezicht. Het overgrote deel van de gemeenten werkt samen bij de organisatie en uitvoering van het Wmo-toezicht, maar dit geldt niet voor alle gemeenten.

De conclusies van dit onderzoek over 2024 zijn vergelijkbaar met onze conclusies in de rapportage over 2022 en 2023. De uitkomsten van het onderzoek over 2024 delen we ook dit jaar weer in volgens een aantal principes van goed toezicht: 

  • Onafhankelijkheid
  • Transparantie
  • Samenwerking

Het stimuleringsprogramma om de kwaliteit van het Wmo-toezicht te verbeteren, ging begin 2025 van start. Inmiddels zetten VWS, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, gemeenten, GGDGHOR Nederland en Wmo-toezichthouders flinke stappen. Ook de IGJ sluit aan als het gaat om het verbeteren van de samenwerking. De inspectie verwacht dat de effecten de komende jaren zichtbaar worden.

Onafhankelijkheid in ontwikkeling

icoon van een loep

Voor het functioneren van toezicht is het essentieel dat de Wmo-toezichthouder het werk onafhankelijk en zelfstandig uit kan voeren. Dat betekent zonder inmenging van het college van burgemeester en wethouders of van anderen die zich bezighouden met beleid, inkoop en de toewijzing van voorzieningen.

Het vastleggen van wat onafhankelijheid betekent voor de Wmo-toezichthouder in een openbaar document kan beter:

  • Het overgrote deel van de gemeenten beschrijven de keuzes voor de organisatie en inrichting van het Wmo-toezicht (of doen dit op korte termijn). De meeste gemeenten hebben het toezichtbeleid ook formeel vastgesteld.
  • Driekwart van de gemeenten beschrijft de onafhankelijkheid van het Wmo-toezicht in hun Wmo-toezichtbeleid. In bijna de helft van de gemeenten stelt de Wmo-toezichthouder een eigen werkprogramma op. 
  • Bij een op de acht gemeenten is sprake van functieverstrengeling. Vanuit het belang van onafhankelijkheid is het noodzakelijk om deze situatie te beëindigen.

Toelichting op onze conclusies over onafhankelijkheid

Voorbeeld onafhankelijkheid

Transparantie nog steeds een uitdaging

icoon van een open deur

Transparantie is een belangrijk principe voor goed toezicht. Openbaarmaking is een onderdeel van transparantie: de overheid publiceert proactief informatie en maakt deze informatie voor iedereen toegankelijk. Openbaarmaking van uitkomsten van toezicht geeft inwoners, gebruikers van voorzieningen en bestuurders van organisaties en gemeenten inzicht in de kwaliteit en mogelijkheden voor verbetering.

Gemeenten kunnen meer openbaar maken over het Wmo-toezichtbeleid. Dat geldt ook voor het openbaar maken van rapporten. Veel kwantitatieve informatie over reactief toezicht ontbreekt. De registratie van bezoeken en rapporten kan professioneler. 3 op de 10 gemeenten maakten het Wmo-toezichtbeleid (nog) niet actief openbaar.

  • Ten opzichte van 2023 voeren meer gemeenten proactief toezicht uit. Ook maken meer gemeenten de rapportages over proactief toezicht openbaar.
  • Bijna 20% van de gemeenten kan geen informatie geven over het aantal proactieve onderzoeken of toezichtrapporten. Ook de registratie van het aantal verplichte meldingen (van calamiteiten en geweld) is bij 20% van de gemeenten niet op orde. Verbetering van de registratie van proactief toezichtbezoeken, openbaarmaking van de rapporten en het aantal verplichte meldingen is bij deze gemeenten zeker mogelijk.
  • Bijna 20% van de gemeenten maakt geen jaarverslag over het Wmo-toezicht.
  • Ruim 30% van de gemeenten maakt het jaarverslag niet openbaar.
  • Het is niet vanzelfsprekend dat de gemeenteraad dit jaarverslag ontvangt.
  • Een ruime meerderheid (70%) van de gemeenten informeert de adviesraad sociaal domein of een vergelijkbaar ander platform voor burgervertegenwoordiging niet over het jaarverslag.
     

Toelichting op onze conclusies over transparantie

Voorbeelden transparantie

Samenwerking: vaak en gevarieerd

icoon van silhouet van 3 mensen bij elkaar

Aanbieders werken vaak over gemeentegrenzen heen. Om die reden is het noodzakelijk dat gemeenten in het Wmo-toezicht met elkaar samenwerken om gezamenlijk te kunnen optreden. Organisaties die ondersteuning bieden vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning, bieden regelmatig ook zorg vanuit de Zorgverzekeringswet, Jeugdwet en/of Wet langdurige zorg. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd is de toezichthouder als het gaat om zorg geboden vanuit deze 3 wetten. Als een Wmo-aanbieder zorg biedt vanuit verschillende wetten, dan heeft de aanbieder dus te maken met zowel het Wmo-toezicht als toezicht door de IGJ.

  • Het overgrote deel van de gemeenten werkt samen met andere gemeenten in het kader van het Wmo-toezicht.
  • Er zijn veel verschillen in de manier waarop gemeenten met elkaar samenwerken en de mate van samenwerking.
  • Gemeenten willen graag een betere samenwerking van de Wmo-toezichthouder met de IGJ.

Toelichting op onze conclusies over samenwerking

Voorbeelden Samenwerking

Samenwerkingsverbanden tussen gemeenten in Nederland

Aanbevelingen

De IGJ doet een aantal aanbevelingen om de onafhankelijkheid en transparantie van het Wmo-toezicht te versterken. Ook wil de IGJ de onderlinge samenwerking van gemeenten op het terrein van het Wmo-toezicht te stimuleren. Een groot deel van deze aanbevelingen is hetzelfde als in het rapport over 2023. 

Meer informatie

Heeft u vragen over deze rapportage? Of wilt u meer weten over de achterliggende gegevens die we daarvoor gebruikt hebben? Neem dan contact met ons op via e-mail of telefoon.