Antistolling in de praktijk

Het toetsingskader ‘Antistolling in de praktijk’ bestaat uit een aantal normen* en daarbij horende toetsingscriteria**. De in dit toetsingskader beschreven normen hebben betrekking op de belangrijkste risico’s.

Het betreft met name de ‘richtlijn Preoperatief traject, 2010’, de Landelijke Standaard Keten Antistolling voor de eerste- en tweedelijnszorg, 2014’ en de richtlijn ‘Neuraxisblokkade en antistolling, 2014’.

De normen zijn gebaseerd op wet- en regelgeving, en zogeheten ‘veldnormen’ die beroepsorganisaties van zorgverleners hebben opgesteld ter invulling van de - veelal niet nader gespecificeerde – wet- en regelgeving.

*Erkende afspraken, specificaties of criteria over een product, een dienst of een methode (bron: Thesaurus Zorg en Welzijn).
**De operationalisatie van een norm die wordt gebruikt om te toetsen of deze norm wordt nageleefd.