Ziekenhuizen passen telemonitoring veilig toe

Patiënten zijn in het algemeen positief over hoe hun zorgaanbieder telemonitoring gebruikt. Het sluit aan bij hun behoefte. Ziekenhuizen passen telemonitoring bovendien veilig toe. Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd na bezoeken aan tien ziekenhuizen. Daarbij spraken inspecteurs ook met patiënten. De ziekenhuizen voeren de telemonitoring in het algemeen zorgvuldig in en houden goed in de gaten of alles werkt zoals verwacht. 

Bij telemonitoring is de patiënt in zijn eigen thuissituatie en geeft zelf informatie over zijn of haar gezondheid door aan een zorgverlener. Dat is vaak het ziekenhuis, maar het kan ook een huisarts of zorgcentrale zijn. Bij de bezoeken zag de inspectie voorbeelden bij patiënten met hartfalen, COPD/astma, COVID-19, een darmziekte en risicovolle zwangerschappen. De patiënt gebruikt voor het verzamelen van de gegevens bijvoorbeeld een app en/of meetapparatuur. Telemonitoring wordt ook wel thuismonitoring of zorg op afstand genoemd.

Wat kan nog beter?

Zoals altijd zijn er ook nog verbeteringen mogelijk. Bijvoorbeeld het vooraf uitwerken en opschrijven van het doel en werkwijze van telemonitoring. Het ziekenhuis brengt nog niet altijd vooraf goed de risico’s in kaart. Ook voldoen nog niet alle bezochte ziekenhuizen aantoonbaar aan de norm voor informatiebeveiliging. 

Tijdens de bezoeken keek de inspectie naar meerdere thema’s. Eén daarvan was persoonsgerichte zorg. De inspectie vindt het belangrijk dat de telemonitoring past bij de behoefte van de patiënt. En natuurlijk dat de patiënt er ook mee instemt. Bij de bezoeken heeft de inspectie gezien dat de ziekenhuizen hier goed aandacht aan besteden. 

Volgende fase

De coronapandemie heeft de opkomst van telemonitoring versneld. Deze vorm van zorg komt daardoor in een nieuw stadium. We zien dat ziekenhuizen bezig zijn om telemonitoring op een toekomstbestendige manier te organiseren. Een goede volgende stap zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat meerdere zorgspecialismen samenwerken. Dat gebeurt nu nog niet veel. Patiënten hebben vaak meerdere aandoeningen en zijn dus ook bij meerdere afdelingen bekend.  Ook buiten het ziekenhuis zijn wellicht vormen van samenwerking mogelijk, zoals met de huisarts.