Stichting Meiling - De kwaliteit van het bemiddelingsproces bij een vergunninghouder interlandelijke adoptie

Op 5, 12 en 15 juni 2020 heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: inspectie) onderzoek gedaan bij de vergunninghouder interlandelijke adoptie Stichting Meiling (hierna: Meiling). Doel van dit onderzoek was om te bepalen in hoeverre Meiling erin slaagt een kwalitatief verantwoord bemiddelingsproces te bieden. Het onderzoek bij de Meiling vond plaats op verzoek van de minister van Justitie en Veiligheid. Meiling verzocht de minister om verlenging van de vergunning om te mogen bemiddelen bij opneming van buitenlandse kinderen in Nederland. Om over dit verzoek te kunnen beslissen, vindt de minister het van belang om te weten hoe de inspectie het bemiddelingsproces bij Meiling beoordeelt.

Meiling voldeed op het moment van het toezicht (grotendeels) aan tien van de elf normen uit het toetsingskader ‘Vergunninghouder Interlandelijke adoptie’. Aan één norm voldeed Meiling grotendeels niet. Meiling hanteert een voldoende zorgvuldig bemiddelingsproces waarbij Meiling voor een kind die adoptiefouders zoekt die tegemoet kunnen komen aan de specifieke zorg- en opvoedingsbehoeften van het kind.

Wat gaat goed

Zonder volledig te zijn, noemt de inspectie hier twee bevindingen die in het toezicht nadrukkelijk naar voren kwamen:

  • Een sterk punt van Meiling is dat Meiling de ontvangen medische informatie over het kind standaard twee maal laat duiden door een arts in Nederland. Meiling heeft haar werkproces zo ingericht dat deze medische duiding zowel gebeurt door een arts die betrokken is bij het opstellen van het kindprofiel, als door een andere arts die betrokken is bij de matching.
  • Verder zijn (aspirant) adoptiefouders zeer positief over het functioneren van Meiling. Ouders ervaren dat medewerkers met hen meedenken, laagdrempelig bereikbaar zijn en maatwerk verlenen. Waarbij wordt gewaardeerd dat de medewerkers van Meiling allemaal persoonlijke ervaring hebben op het gebied van interlandelijke adoptie, waardoor ze uit eigen ervaring weten hoe het bemiddelingsproces verloopt.

Wat kan beter

De inspectie heeft in totaal acht aandachtspunten geformuleerd, waarop verbetering mogelijk is:

  • Meiling laat de ontvangen medische informatie altijd duiden door een Nederlandse arts. Meiling legt deze duiding niet altijd vast in het dossier.
  • Meiling gaat niet bij ieder kind expliciet na of het kind in een gezin in Nederland kan opgroeien en deze afweging wordt niet vastgelegd in het dossier.
  • Op basis van de ontvangen relevante kindgegevens wordt de behoefte van het kind vastgesteld in een zogenoemd ‘kindprofiel’. Dit kindprofiel wordt niet altijd opgeslagen in het dossier.
  • Binnen het Chinateam komt het soms voor dat er een ‘oproep’ wordt gedaan onder de ingeschreven (aspirant) adoptiefouders bij Meiling. De inspectie vindt dit strijdig met de zorgvuldig opgestelde procedure van Meiling en acht het risico aanwezig dat (aspirant) adoptiefouders hun eigen grenzen overschrijden.
  • Meiling maakt bij het begin van de procedure aan (aspirant) adoptiefouders mondeling duidelijk wat de gevolgen zijn als (aspirant) adoptiefouders een voorstel weigeren dat binnen hun draagkracht past. Aandachtspunt is dat deze informatie niet schriftelijk wordt verstrekt of beschikbaar is via de website.
  • De follow-up rapportages zijn niet in alle dossiers aanwezig.
  • Naast enquêtes na afloop van de procedure zou Meiling ook tijdens de procedure bewust (aspirant) adoptiefouders kunnen bevragen hoe zij het bemiddelingsproces beleven en welke verbeteringen daarin kunnen worden doorgevoerd.
  • Er dient jaarlijks een functioneringsgesprek te worden gevoerd met alle medewerkers en dit dient te worden vastgelegd in het personeelsdossier.

Wat moet beter

De inspectie heeft één verbeterpunt geformuleerd, waarbij verbetering noodzakelijk is:

  • Meiling dient er voor zorg te dragen dat de bemiddelingsdossiers volledig zijn.

Vervolg

De inspectie verwacht dat Meiling bovenstaande verbeterpunten vertaalt in een verbeterplan met concrete maatregelen om de geconstateerde tekortkomingen op te heffen, inclusief termijnen waarbinnen deze maatregelen geïmplementeerd zijn. Dit verbeterplan moet vóór 11 september 2020 aan de inspectie worden verzonden. De inspectie beoordeelt vervolgens of het verbeterplan volledig, realistisch en ambitieus is. De inspectie volgt daarna de uitvoering van de verbetermaatregelen.