Werken aan veilige en herstelgerichte forensische zorg

De zorg die 9 forensische locaties met beveiligingsniveau 2 (FPA) bieden, voldoet aan de beoordeelde normen. Dit blijkt uit bezoeken van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV). Wel zijn er aandachtspunten op het gebied van de behandeling, de veiligheid en het risicobewustzijn. Personeelskrapte, ervaren werkdruk en een tekort aan regiebehandelaren geven druk op de kwaliteit van de zorg, schrijven de inspecties in hun publicatie ‘Werken aan veilige en herstelgerichte forensische zorg’.

De inspecties bezochten vorig jaar samen 9 locaties in de forensische zorg. Deze bieden hun patiënten geestelijke gezondheidszorg en/of verstandelijke gehandicaptenzorg als onderdeel van een (voorwaardelijke) straf of maatregel. De inspecties keken onder meer naar sturing op kwaliteit en veiligheid van zorg, veiligheid voor de samenleving, persoonsgerichte aanpak en professionaliteit van de zorgverleners. 

Zorg voldoet

De geboden behandeling bij de bezochte instellingen voldoet grotendeels aan de normen uit het IGJ-toetsingskader. Er is maatwerk in de behandeling van de forensische patiënt. De inspanning van medewerkers is erop gericht om patiënten goede herstelgerichte en veilige forensische zorg te geven. Zij werken aan de eigen kwaliteitsverbetering. De inspecties zien dit als een positieve ontwikkeling. 

Vertrouwen

Uit de bezoeken blijkt ook dat de kwaliteit van de geboden zorg in de bezochte instellingen onder druk staat. Aanhoudende personeelskrapte, de ervaren werkdruk en een tekort aan regiebehandelaren spelen hierin een rol. De inspecties zien diverse aandachtspunten die raken aan het samenspel van behandelen, veiligheid en het risicobewustzijn. 

Een voorbeeld van zo’n aandachtspunt is dat locaties naasten van patiënten meer kunnen betrekken bij de behandeling. Dat is belangrijk voor het werken aan herstelgerichte zorg. Ook kan de informatieoverdracht beter. Want niet alle locaties ontvangen bijvoorbeeld voldoende informatie over de patiënten die bij hen worden aangemeld. 

Instellingen zouden verder hun medewerkers moeten opleiden als het gaat om digitale veiligheid, bijvoorbeeld rond het controleren van smartphones. Een ander aandachtspunt is het intern melden van veiligheidsincidenten, zoals agressie van patiënten richting personeel. Medewerkers doen dit weinig omdat zij die zien als ‘horend bij het werk’.

Tijdens de bezoeken toonden de instellingen zich bewust van de aandachtspunten. Na deze bezoekronde hebben de beide inspecties voldoende vertrouwen in het lerend vermogen van de bezochte locaties.

De inspecties benadrukken dat de bevindingen alleen betrekking hebben op de bezochte locaties van instellingen met forensisch psychiatrische afdelingen (FPA), forensisch verslavingsafdelingen (FVA) en SGLVG+ locaties (sterk gedragsgestoord licht verstandelijk gehandicapt). Tegelijkertijd kunnen deze ook van belang zijn voor de niet bezochte instellingen. 

Documenten