Kwetsbare doelgroep maakt beschermd wonen complex – gezamenlijk toezicht IGJ en Wmo-toezichthouders heeft meerwaarde; er zijn ook haken en ogen

Dat constateren de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en Wmo-toezichthouders na het thematisch toezicht op voorzieningen voor beschermd wonen. De IGJ voerde samen met Wmo-toezichthouders uit tien verschillende regio’s tien toezichtbezoeken uit. Dat toezicht richtte zich op zorgaanbieders van beschermd wonen. Een van de doelen was onderzoeken hoe het staat met de kwaliteit en veiligheid van de zorg bij beschermd wonen. Het tweede doel was dat IGJ en de Wmo-toezichthouders samen ervaring opdeden met risicogestuurd toezicht. En daarin van elkaar konden leren. We hebben van de uitkomsten van dit gezamenlijke toezicht een factsheet gemaakt. Daarnaast hebben we dit toezicht extern laten evalueren. Zie hiervoor het rapport van Maruda hieronder.

Bezochte instellingen beschermd wonen scoren positief op de vier thema’s

Uit de toezichtbezoeken blijkt dat de tien getoetste zorgaanbieders grotendeels positief scoren. Zij voldoen aan de meeste normen op het gebied van persoonsgerichte zorg, deskundigheid van zorgverleners, sturen op kwaliteit en veiligheid en medicatieveiligheid. Wat bijvoorbeeld goed is, is dat de zorgaanbieders vanuit de cliënt kijken. Ze onderzoeken: past deze persoon hier en hoe kunnen wij deze cliënt helpen? Vervolgens zoeken zij naar de passende indicatie en de juiste financiering. Toch zagen de toezichthouders ook verbeterpunten. Bijvoorbeeld op het gebied van zorgen voor deskundige zorgverleners en de afstemming met andere aanpalende zorgaanbieders. Het is belangrijk dat zorgaanbieders blijven uitgaan van de cliënt.  

Zorgen over beschermd wonen

Ondanks de positieve bevindingen, hebben de toezichthouders zorgen over beschermd wonen. Een belangrijke reden is dat het hier om een kwetsbare doelgroep gaat. Cliënten zijn meestal afhankelijk van anderen en makkelijk te beïnvloeden. Ze hebben naast hun psychische stoornis vaak ook problemen op meerdere leefgebieden. Ook kunnen ze verslavingsproblematiek hebben en chronische en somatische aandoeningen. 

Verder is de zorgzwaarte in vijf jaar tijd erg toegenomen. Zorgaanbieders van beschermd wonen hebben nu te maken met meer mensen met complexe problemen dan in 2015. Dat komt door de grote ontwikkelingen die de ggz-sector op meerdere fronten heeft doorgemaakt. Een belangrijke ontwikkeling is de ‘ambulantisering’ van de ggz. 

Een andere zorg bij beschermd wonen is dat niet altijd goed zichtbaar is wat er achter de voordeur gebeurt. Soms is in een kleine zelfstandige organisatie de afstand tot de behandelaar van een andere zorgaanbieder groot. Dit in tegenstelling tot voorzieningen die onderdeel uitmaken van een groter netwerk. De zorgaanbieders hebben zeer gemêleerde doelgroepen met een veelheid aan indicaties (GZ, GGZ en jeugd zorg- en hulpvragen). Dat betekent dat deze zorgaanbieders veel verschillende deskundigheden in huis moeten hebben. Die deskundigen moeten op het juiste moment (soms structureel) zorg en ondersteuning kunnen geven. Ook moeten de zorgaanbieders verschillende wetten kennen. En hebben ze met verschillende overheden en toezichthouders te maken. Veel zorgaanbieders zijn kleinschalig en dan zijn alle vereisten een hele uitdaging. 

Beeld: ©IGJ

Belangrijkste aandachtspunten voor beschermd wonen

De belangrijkste aandachtspunten die de toezichthouders willen meegeven aan bezochte voorzieningen voor beschermd wonen zijn: 

  • Blijf uitgaan van de cliënt. 
  • Zorg voor deskundige zorgverleners.
  • Heb aandacht voor deskundigheidsbevordering. 
  • Onderschat de diversiteit van cliënten niet en heb aandacht voor de verschillende wetten die van toepassing zijn. 
  • Zorg voor goede afstemming met andere aanpalende zorgaanbieders.

Vruchtbare samenwerking tussen IGJ en Wmo-toezichthouders

De samenwerking tussen de IGJ en de Wmo-toezichthouders is goed bevallen. Dit gezamenlijk toezicht zinvol als een zorgaanbieder zorg en ondersteuning biedt vanuit zowel zorgkaders als de Wmo. We zagen weliswaar verschillen in aanpak en uitvoering van het toezicht. Maar de normenkaders die de inspectie en Wmo-toezichthouders gebruiken, komen grotendeels overeen. Beide toezichthouders hebben elkaar goed kunnen aanvullen in het toezicht. Dit maakt het toezicht sterker en vermindert de toezichtlast van de zorgaanbieder die nu één bezoek krijgt in plaats van twee afzonderlijke bezoeken. De belangrijkste lessen staan beschreven in factsheet.