Reactie IGJ op documentaire ‘De zaak Tuitjenhorn’

In 2013 pleegde een huisarts zelfmoord na strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) naar het levenseinde van een patiënt en nadat hij door de inspectie tijdelijk op non-actief was gesteld. Een verschrikkelijke gebeurtenis. Daarover gaat de hartverscheurende documentaire ‘De zaak Tuitjenhorn’, die de EO op 6 mei uitzendt.

Het was vreselijk tragisch, in de eerste plaats voor zijn vrouw en familie, dat huisarts Tromp zes jaar geleden zelfmoord pleegde, toen het OM en de inspectie in actie kwamen in verband met zijn handelen als arts. Deze verschrikkelijke gebeurtenis heeft ook de inspectie zeer aangegrepen. Het blijft een drama dat we onmogelijk kunnen vergeten.

De inspectie begrijpt dat de documentaire veel vragen oproept over haar handelen in 2013. Al vóór de uitzending werden er in diverse (sociale) media harde noten gekraakt over het optreden van de inspectie. Heftige emoties maken het moeilijk het gesprek te blijven voeren over wat er in 2013 is gebeurd en wat dat heeft betekend. Des te meer blijft dat gesprek noodzakelijk.

De inspectie wil over dit onderwerp graag in gesprek blijven, in de eerste plaats met (huis)artsen en hun organisaties. Hoe verdrietig het onderwerp ook is en ook al zijn de antwoorden soms ongemakkelijk, juist in gesprek kunnen we samen blijven leren, in het belang van het toezicht op goede en veilige zorg.

De rol van de huisarts in de zorg rond het levenseinde

De inspectie heeft vertrouwen in de medische zorgverlening rond het levenseinde. Uit onderzoek en de toezichtpraktijk blijkt dat artsen de zorg rond het levenseinde zorgvuldig en professioneel verlenen, met oog voor de behoeften en wensen van de individuele patiënt, en dat zij zich hierin toetsbaar opstellen. Vooral huisartsen spelen daarin een heel belangrijke rol. Het kunnen omgaan met vragen rond euthanasie of palliatieve sedatie behoort ongetwijfeld tot de moeilijkste onderdelen van hun vakgebied. De beroepsgroep verdient veel waardering en respect voor de wijze waarop zij deze verantwoordelijkheid neemt. De artsenorganisaties hebben zelf richtlijnen opgesteld voor euthanasie en palliatieve sedatie. In het belang van de patiënt kunnen artsen beargumenteerd van een richtlijn afwijken.

Het onderzoek naar de zaak Tuitjenhorn

De inspectie heeft onderzocht wat in 2013 feitelijk is gebeurd in de zorg rond het levenseinde van een patiënt in Tuitjenhorn. De zorgverlening door de huisarts bleek in strijd met essentiële voorwaarden voor verantwoorde zorg. Er was geen sprake van euthanasie en ook niet van palliatieve sedatie. Dit was een zeer uitzonderlijke situatie.

Omdat het overlijden van de huisarts vanzelfsprekend tot veel vragen leidde, heeft de inspectie het zoveel mogelijk geanonimiseerde calamiteitenrapport in 2015 gepubliceerd.
 

Evaluatie en leren

Het handelen van de inspectie en van het OM in de zaak Tuitjenhorn is in 2015 beoordeeld door een onafhankelijke evaluatiecommissie en beschreven in een openbaar rapport. Ook heeft de commissie aanbevelingen gedaan ter verbetering. Deze aanbevelingen hebben de inspectie en het OM de afgelopen jaren uitgevoerd. De evaluatiecommissie heeft geen uitspraken gedaan over het bevel, waarmee de inspectie de huisarts uit Tuitjenhorn tijdelijk op non-actief heeft gesteld. De reden daarvan was dat dit aspect van het handelen op dat moment onder de rechter was.

De Raad van State heeft in 2016 geoordeeld dat het bevel van de inspectie ten onrechte is opgelegd. De inspectie had moeten kiezen voor een andere maatregel. Na de uitspraak van de Raad van State heeft de inspectie deze fout erkend en excuses aangeboden aan de weduwe van de huisarts.