Wel herstel maar nog geen versterking publieke gezondheidszorg

De GGD’en in Nederland werken wel hard aan het herstel van de publieke gezondheidszorg, maar aan versterking komen zij niet toe. De GGD’en kampen met een gebrek aan mensen. Ook zeggen zij te weinig geld te hebben. In sommige regio’s lijdt de jeugdgezondheidszorg daaronder. Bij het bestrijden van infectieziekten staat bij veel GGD’en het water aan de lippen. Ook in de forensische geneeskunde - lijkschouw na een vermoeden van een niet-natuurlijke dood en de zorg aan arrestanten - zijn de tekorten nijpend.

Dat schrijft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) na contacten met 24 GGD’en en met de koepelorganisatie GGD GHOR Nederland.

Zorgverlener geeft uitleg aan een cliënt met baby
Beeld: ©ANP | Guus Pauka

Te weinig mensen

De meeste GGD’en hebben een groot tekort aan bevoegd en bekwaam medisch personeel. Ze slagen er al jaren niet in voldoende nieuwe artsen en verpleegkundigen te werven. Dat heeft vooral gevolgen voor de jeugdgezondheidszorg, voor het bestrijden van infectieziekten en voor de forensische geneeskunde. Maar ook is er een tekort aan vertrouwensartsen en medisch milieukundigen.

In de Randstad zijn de personeelsproblemen minder groot.

GGD’en: "Te weinig geld voor alle taken"

De GGD’en zijn voor een groot deel afhankelijk van de financiering door gemeenten. Die bepalen de taken en het geld dat ze eraan willen besteden. Dat levert onzekerheid op voor de langere termijn en dus voor het werven en het vasthouden van personeel. De GGD’en zeggen te weinig geld te hebben voor al hun taken.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft wel extra geld (75 miljoen) voor de GGD’en uitgetrokken voor het voorkomen van infectieziekten en de voorbereiding op pandemieën. Maar dat is tijdelijk, alleen voor dit jaar en volgend jaar.

Aanbevelingen

De inspectie komt met aanbevelingen om de situatie te verbeteren. Een greep daaruit:

  • GGD’en kunnen landelijk, regionaal en lokaal beter samenwerken met andere partijen in de zorg, en met elkaar.
  • Gemeenten kunnen meer gebruik maken van de kennis van ‘hun’ regionale GGD, in het belang van de gezondheid van hun inwoners.
  • Sommige taken bij de GGD’en kunnen verschuiven van medisch personeel naar niet-medisch personeel.
  • GGD’en kunnen erin investeren een aantrekkelijker werkgever te zijn: door niet met elkaar te concurreren en door aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden te bieden (opleidingen, aandacht voor en begeleiding van medewerkers).
  • Meer aandacht voor de GGD’en als werkgever bij medische opleidingen.
  • GGD’en kunnen samenwerken met kenniscentra en opleidingen als het gaat om innovaties, wetenschappelijk onderzoek en het gebruik van data over de publieke gezondheid.