Toezicht op gunstbetoon in de sector van medische hulpmiddelen

Positief dat er dienstverleningsovereenkomsten waren, maar meer transparantie over vergoeding is noodzakelijk

Wat heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gedaan?

De inspectie heeft in de periode van 1 januari 2018 t/m 31 maart 2019 van vijftien leveranciers van medische hulpmiddelen de afgesloten dienstverleningsovereen-komsten (DVO's) tussen leveranciers en zorgprofessionals onderzocht. Het ging om 50 DVO’s met zorgprofessionals. Tevens voerde de inspectie gesprekken over het verbod op gunstbetoon met brancheorganisaties aangesloten bij de Stichting Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH). De inspectie ontwikkelde een folder met de belangrijke
informatie over dit onderwerp. Deze folder is breed onder de aandacht gebracht van leveranciers en toepassers van medische hulpmiddelen.

Wat zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek?

De inspectie trof in alle gevallen van dienstverlening een DVO aan. Dat is positief. Deze overeenkomst was vaak niet volledig, zoals blijkt uit de grafieken hieronder en op de volgende pagina. De gemiddelde beloning van een zorgprofessional bedroeg € 1.016 (bandbreedte € 584 en € 2.423).

Bepaalde onderdelen, zoals het uurtarief, de omvang en het te bereiken resultaat of doel van de dienst, waren vaak onvoldoende helder beschreven. Ook was niet helder welke onkosten, zoals reis, verblijfsen inschrijvingskosten, op welke basis werden vergoed. Deze specifcatie is nodig in het belang van transparantie en om te kunnen beoordelen of sprake is van een redelijke vergoeding voor de dienst. Bij dit onderzoek lag de focus op de wijze waarop de vergoeding en de dienst in de DVO’s vermeld stonden. Bestuursrechtelijke maatregelen zijn niet opgelegd. In dit eerste jaar dat het verbod op gunstbetoon bij medische hulpmiddelen van kracht was, stonden bewustwording en informeren van leveranciers en zorgprofessionals over het verbod centraal. De rapporten met de beoordeling van de DVO’s per leverancier van medische hulpmiddelen zijn tegelijk met deze factsheet openbaar gemaakt via de website van de IGJ.

Grafieken: volledigheid van 50 dienstverleningsovereen komsten van vijftien leveranciers van medische hulpmiddelen afgesloten in de periode 1 januari 2018 t/m 31 maart 2019.

Uurtarief in DVO

Uurtarief in DVO
Aantal
Wel DVO22
Geen DVO28
Brontabel als csv (34 bytes)

Doel of resultaat in DVO

Doel of resultaat in DVO
Aantal
Wel doel of resultaat in Dvo26
Geen doel of resultaat in Dvo22
Brontabel als csv (76 bytes)

Aantal uren in DVO

Aantal uren in DVO
Aantal
Wel aantal uren in DVO10
Geen aantal uren in DVO40
Brontabel als csv (64 bytes)

Inhoud en omvang dienst in DVO

Inhoud en omvang dienst in DVO
Aantal
Wel inhoud of omvang in DVO15
Geen inhoud of omvang in DVO35
Brontabel als csv (74 bytes)

Wat gaat IGJ van nu af doen bij verboden gunstbetoon?

De inspectie kan een bestuurlijke boete opleggen in geval van overtreding van het verbod op gunstbetoon. Het onderzoeken en beoordelen van financiële relaties tussen zorgprofessionals en leveranciers blijft op de agenda. Want de afspraken over de aard van de relatie en de geldstromen die hier aan verbonden zijn, dienen transparant te zijn. Ontbreekt het uurtarief en een specificatie van het aantal uren? Dan toetst de IGJ de redelijkheid van de vergoeding aan de duur van de werkelijke dienst. De IGJ kijkt bijvoorbeeld naar de exacte duur van een lezing zoals opgenomen in het programma van de bijeenkomst. Komend jaar start de IGJ een vervolgonderzoek waarin ze specifiek zal toetsen op de redelijkheid van de vergoeding voor de dienstverlening. Hierbij zal onder meer naar de daadwerkelijke betalingen en betaalbewijzen gekeken worden. IGJ richt de aandacht niet alleen op leveranciers maar ook op zorgprofessionals. Ook zij moeten de regels voor dienstverlening naleven. Want de regels zijn wederkerig: wat een gever niet mag geven, mag een ontvanger niet aannemen.

Wat behoren leveranciers te doen?

Inhoud, aard, duur, omvang, het te bereiken resultaat of doel van de dienst vooraf in één overeenkomst schriftelijk vastleggen.

Het gebruik van raamovereenkomsten is toegestaan, mits alle onderdelen in de overeenkomst of in een addendum bij de overeenkomst worden opgenomen. Tevens dienen de DVO's voorafgaand aan de bijeenkomst ondertekend te zijn. De overeenkomst kan ook per email tot stand komen. In dat geval moet de ontvangende partij met de overeenkomst akkoord gaan en dat per e-mail bevestigen.

Vergoeding voor de dienst en vergoeding van eventuele onkosten vooraf in één overeenkomst schrifelijk vastleggen.

De vastlegging is in het belang van transparantie en om te kunnen beoordelen of sprake is van een redelijke vergoeding. Het gebruik van ‘lumpsum’ vergoedingen zonder een urenspecificatie is niet toegestaan.

Dubbele beloning voor reis- en voorbereidingstijd voorkomen.

Alleen reistijd tijdens de normale werkuren kan vergoed worden. Want reistijdvergoeding is er om gemiste inkomsten tijdens werkuren te compenseren. Daarbij moet worden voorkomen dat een dienstverlener een dubbele beloning voor reisen voorbereidingstijd ontvangt.

  • Grafieken: Volledigheid van 50 dienstverleningsovereenkomsten van vijftien leveranciers van medische hulpmiddelen afgesloten in de periode 1 januari 2018 t/m 31 maart 2019.

  • Grafieken: Volledigheid van 50 dienstverleningsovereenkomsten van vijftien leveranciers van medische hulpmiddelen afgesloten in de periode 1 januari 2018 t/m 31 maart 2019.

Want:

Gunstbetoon is verboden, op een paar uitzonderingen na. De keuze van een medisch hulpmiddel mag niet gebaseerd zijn op een andere reden dan het gezondheidsbelang van de patiënt.

Wat mag wel en wat mag niet?

Vanaf 1 januari 2018 gelden artikel 10h van de Wet op de medische hulpmiddelen (Wmh) en de beleidsregels daarover. Dit betekent dat de IGJ actief let op gunstbetoon in de sector van medische hulpmiddelen. Gunstbetoon gaat om het aanbieden van geld, diensten of goederen met het kennelijke doel de verkoop van een medisch hulpmiddel te bevorderen. Wat mag er wel en niet? Het gaat om dit soort vragen:

  • Mag ik een vergoeding van een leverancier ontvangen voor mijn presentatie?
  • Mag ik een nascholing sponsoren?
  • Mag ik een aantal zorgprofessionals op mijn kosten meenemen naar een internationaal congres?
  • Mag ik cadeaus van een leverancier aannemen?
  • Mag ik bij de inkoop van medische hulpmiddelen een korting of bonus aannemen?

Interactie tussen een leverancier en zorgprofessional is toegestaan als het leidt tot het veiliger toepassen van medische hulp middelen. Maar het mag de keuze voor een medisch hulp middel niet ongewenst beïnvloeden. De keuze van een medisch hulpmiddel mag niet gebaseerd zijn op een andere reden dan het gezondheidsbelang van de patiënt.

Gunstbetoon is verboden, op een paar uitzonderingen na. Een uitzondering is de dienstverleningsrelatie tussen een leverancier en een zorgprofessional. Denk bijvoorbeeld aan het geven van een training of lezing. De partijen moeten er wel zelf voor waken dat de dienstverleningsrelatie voldoet aan de regels. Dit betekent dat:

  1. de vergoeding in redelijke verhouding moet staan tot de geleverde tegenprestatie;
  2. de dienstverlening schrifelijk moet zijn vastgelegd;
  3. de dienst relevant moet zijn voor de leverancier of de beroepsuitoefening.

Hiermee wordt voorkomen dat de vergoeding aan zorgprofessionals leidt tot beïnvloeding waarbij het belang van de patiënt niet voorop staat. In de beleidsregels gunst betoon Wet op de medische hulpmiddelen staat waaraan de DVO moet voldoen. Verder sluit de IGJ voor de toetsing van een redelijke beloning aan bij de normuurtarieven uit de Gedragscode Medische Hulpmiddelen.

De regels zijn wederkerig: wat een gever niet mag geven, mag een ontvanger niet aannemen. De Wmh en de beleidsregels zijn te vinden op www.overheid.nl.

Wat heeft IGJ bekeken?

Bijeenkomsten in de periode van 1 januari 2018 t/ m 31 maart 2019 van vijftien leveranciers binnen drie segmenten:

  • cardiologie
  • orthopedie
  • tandheelkunde

Waarvan:

  • Twee bijeenkomsten bezocht.
  • Aan dertien leveranciers schriftelijke stukken gevraagd van drie geselecteerde bijeenkomsten:
    • uitnodigingen
    • deelnemerslijst
    • programma
    • alle dienstverleningsovereenkomsten
    • kostenspecificatie van de gehele bijeenkomst (eindafrekening)

Na ontvangst van de stukken bleken vijf leveranciers buiten het kader van het onderzoek te vallen, omdat er geen bijeenkomsten waren of geen vergoedingen aan Nederlandse zorgprofessionals.

Van de overige tien leveranciers heeft de inspectie de ontvangen informatie onderzocht. De bevindingen van het onderzoek publiceerde ze in tien individuele inspectierapporten.

Grafieken: Volledigheid van 50 dienstverleningsovereen komsten van vijftien leveranciers van medische hulpmiddelen afgesloten in de periode 1 januari 2018 t/m 31 maart 2019.

Wat heeft IGJ gezien?

  • In totaal 18 bijeenkomsten in de periode van 1 januari 2018 t/m 31 maart 2019 (verdeeld over 10 leveranciers).
  • In totaal 50 dienstverleningsrelaties tussen leveranciers en medische professionals (verdeeld over 18 bijeenkomsten).
  • De 50 medische professionals ontvingen een vergoeding voor hun dienst (spreker, trainer of instructeur) tijdens de bijeenkomst van de leverancier.
  • Van de 50 dienstverleners waren 35 medisch specialisten (waaronder cardiologen, kaak- en orthopedisch chirurgen). De overige 15 waren onder meer device specialisten, tandartsen, verpleegkundigen en een physician assistant.
  • Gemiddeld ontving een medische professional een beloning van € 1.016 voor zijn dienst (bandbreedte tussen de €584en €2.423).
  • Alle 50 dienstverleningsrelaties waren in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd zoals wettelijk verplicht is.
  • 19 van de 50 overeenkomsten waren zogenaamde ‘raamovereenkomsten’ die betrekking hadden op meerdere activiteiten.
  • In 9 van de 50 overeenkomsten ontbrak de (datum) ondertekening.
  • In alle 50 overeenkomsten waren bepaalde onderdelen onvoldoende beschreven (zoals inhoud, aard, duur, omvang, het te bereiken resultaat of doel van de dienst, de vergoeding voor de dienst en onkosten). Dit is niet in overeenstemming met de Beleidsregels.
  • Bij 27 van de 50 dienstverleningsrelaties achtte de inspectie de beloning in redelijke verhouding tot de geleverde diensten. Zoals beschreven in de wet. Echter in 22 van de 50 overeenkomsten stond als beloning een totaalbedrag zonder opname van het uurtarief en het aantal uren van de dienst. Hierdoor was het uurtarief niet te herleiden. Om die reden kon de inspectie in dit onderzoek niet beoordelen of de honorering van die diensten redelijk is. In het vervolg zal de inspectie de redelijkheid van de (dag)vergoeding toetsen aan de duur van de werkelijke dienst (bijvoorbeeld de exacte tijd van een lezing zoals opgenomen in het programma van de bijeenkomst) en de voorbereidingstijd. Tevens zullen ook de betaalde onkosten en reistijdvergoeding bekeken worden.
  • Op één geval na achtte de inspectie alle geboden vergoeding voor reis- en verblijfskosten passend voor de verrichte diensten.
  • De inspectie achte alle diensten relevant voor de leverancier of voor de beroepsuitoefening.