Toenemend aandacht voor persoonsgerichte zorg
Weblogberichten
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) bezoekt in vier jaar tijd alle organisaties die verpleeghuiszorg bieden. Er is in de afgelopen jaren veel aandacht voor het onderwerp persoonsgerichte zorg. En dat ziet de inspectie terug tijdens haar bezoeken: de meeste zorgorganisaties hebben grotendeels voldoende aandacht voor de cliënt als persoon.

Aan het woord is Manon Schook (31). Zij is verpleegkundige bij WoonZorgcentra Haaglanden (WZH), een grote instelling voor ouderenzorg in de regio Haaglanden. Veel van de bewoners waarmee Manon te maken heeft, hebben dementie.
"Mijn belangrijkste drijfveer in mijn werk? Ik krijg de kans om mensen te leren kennen in hun puurste vorm. Ik probeer altijd te achterhalen waar iemands gedrag vandaan komt. Zo kan ik het verschil maken, zodat iemand die dag lekker in zijn of haar vel zit."
Ze ziet dat er in haar organisatie toenemend aandacht is voor persoonsgerichte zorg. De manier waarop haar functie is ingericht helpt daarbij.
"Ik heb geen vast rooster, maar ben overkoepelend aanwezig en daar waar nodig is ga ik aan de slag."
Manon legt uit hoe ze te werk gaat.
"Veel van onze bewoners vertonen onbegrepen gedrag. Door mijn vrijere rol is er meer ruimte om individueel met mensen aan de slag te gaan. Ik kijk waar iemand op dat moment behoefte aan heeft."
We kunnen onze bewoners niet beter maken, maar wel zo goed mogelijk begeleiden
Die individuele aanpak mist zijn effect niet.
"Bewoners zijn rustiger, ervaren comfort. Doordat je bewoners persoonsgericht aandacht kunt geven, is het ook rustiger in de huiskamer als geheel, wat een effect heeft op het woon-, leef- en werkklimaat. Want bewoners reageren op elkaar."Niet alleen de bewoners profiteren. Door deze aanpak is het werk ook minder belastend voor de collega’s.
Voldoende tijd
Veel zorgmedewerkers werken elke dag hard om voldoende tijd, aandacht en goede zorg te kunnen geven aan hun cliënten in de verpleeghuiszorg. De inspectie ziet dat dit steeds beter lukt. Manon ziet die ontwikkeling ook op haar werk. Zo heeft WZH sinds enige tijd woon- en huiskamerbegeleiders aangesteld.
"Deze collega’s, dikwijls mensen die in een heel andere sector hebben gewerkt en een overstap maken naar de zorg, zijn aanwezig bij de bewoners in de huiskamer. Je merkt dat bewoners dit fijn vinden. Er is een vertrouwd iemand in de buurt, ook als de zorgemedewerkers met iets anders bezig zijn. Iedereen is hier dolblij mee."
Nog een andere manier om beter in te spelen op de wensen van de cliënt, vertelt Manon, is om al in een vroeg stadium in contact te komen met mensen met dementie.
"Wij zijn bezig met het project waarbij we mensen al in de thuissituatie leren kennen. Zo kunnen we al voordat ze bij ons komen achterhalen wat ze fijn en belangrijk vinden. Dus hoe ze gewend zijn hun leven in te richten. Hierdoor hopen wij dat de verhuizing naar een woonzorgcentrum minder ingrijpend is. Een voorbeeld: als mensen het altijd al gewend zijn om eerst een boterham te eten en zich daarna te wassen, dan kunnen we daar rekening mee houden." Het lijkt iets kleins, maar juist voor mensen met dementie zijn dit soort zaken heel belangrijk, zegt Manon.
Manon geniet volop van haar werk.
"We kunnen onze bewoners niet beter maken, maar wel zo goed mogelijk begeleiden in de laatste fase van hun leven. Dat is waarvoor ik het allemaal doe."