Wij krijgen signalen over de zorg voor jeugdigen tussen 12 en 18 jaar. De zorgen gaan om:
- Jeugdigen die dagbesteding nodig hebben die op dit moment niet doorgaat, vooral uit gezinnen waar ernstige sociaal-economische problematiek speelt. Ouders spelen een cruciale rol in de begeleiding en het maken van afspraken. Juist deze ouders zijn lastig op afstand te coachen.
- Jeugdigen ouder dan 12 jaar die geen dagbesteding meer hebben en daardoor buiten zicht blijven. Dit is een zorg mijdende groep, waar vaak drugsgerelateerde problematiek speelt.
- Jeugdigen die ggz-therapie nodig hebben, en voor wie die hulp nog niet is opgestart.
- Jeugdigen in een logeerhuisverblijf, waarvoor door de geldende maatregelen omtrent samenscholing op dit moment minder mogelijkheden voor activiteiten buitenshuis zijn. Als gevolg hiervan lopen de spanningen op.
- Jeugdigen die onvoldoende in beeld zijn bij Jeugdbescherming en Veilig Thuis doordat het langer duurt om een huisbezoek mogelijk te maken.
Inmiddels is duidelijk dat vanaf 1 juni het fysieke onderwijs op het voortgezet onderwijs weer wordt opgestart. De NVK signaleert dat voor kinderen in de leeftijd van 13 t/m 18 jaar met een verstandelijke beperking en in de kinder- en jeugdpsychiatrie afstand houden vaak niet mogelijk is. Dat geldt voor kinderen die in een instelling wonen, maar ook voor kinderen op kinderdagcentra of op een ZMLK-school.
Het OMT adviseert in dit geval de strikte eis van anderhalve meter afstand tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en leraren niet van toepassing te laten zijn en het te laten bij de aanbeveling om er zoveel als mogelijk rekening mee te houden (net als op de basisscholen). Omdat het veelal om jongeren gaat die reeds in gespecialiseerde zorgtrajecten zitten, kunnen deze groepen wellicht worden onderscheiden zodat aanpassingen voor deze specifieke groep mogelijk worden.