Inspecties beëindigen verscherpt toezicht op jeugdbeschermingsregio’s Brabant en Amsterdam/Noord-Holland

De inspecties beëindigen het verscherpt toezicht in jeugdbeschermingsregio’s Brabant en Amsterdam/Noord-Holland. Zij doen dit ondanks dat deze regio’s er nog niet in slagen voor elk kind met een jeugdbeschermingsmaatregel tijdig passende hulp te bieden. 

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Justitie en Veiligheid constateren al geruime tijd dat de jeugdbescherming in heel Nederland door structurele problemen onder druk staat. Dit komt door de inrichting van het jeugdbeschermingsstelsel en overstijgt (deels) de invloedsfeer van de verantwoordelijke partijen in de regio’s Brabant en Amsterdam/Noord-Holland. Een interventie door de inspecties draagt daarom niet bij aan het verbeteren van de situatie. Daarom beëindigen de inspecties het verscherpte toezicht. 

Vanuit het toezicht lukt het niet om effect of verandering te bewerkstelligen op factoren die buiten de jeugdbeschermingsregio’s en instellingen liggen. Dan gaat het onder andere om financiële tekorten, arbeidsmarktproblematiek en onvoldoende inzet van passend en tijdig specialistisch hulpaanbod voor kinderen met een maatregel. De inspecties spraken de stelselverantwoordelijken, minister Weerwind (Rechtsbescherming) en staatssecretaris Van Ooijen (VWS) hierop aan.

Wat speelde

Sinds 2019 stelden de inspecties gezamenlijk meerdere keren vast dat de kwaliteit van de jeugdbescherming ernstig onder druk staat. 

In de zomer van 2021 constateerden de inspecties dat alle inzet op veel plekken in het land heeft geleid tot verbetering voor kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel. Toch, in vier jeugdbeschermingsregio’s moesten kinderen nog te lang wachten op passende hulp. De inspecties besloten daarom in deze regio’s (Brabant, Amsterdam/Noord-Holland, Rijnmond en Zuid-West) verscherpt toezicht uit te oefenen en indringende gesprekken te hebben met betrokken gemeenten en regio’s.

In februari 2022 rapporteerden de inspecties over de resultaten van dit verscherpte toezicht. In de regio's Rijnmond en Zuid-West is het Verscherpt Toezicht opgeheven. De betrokken partijen hebben toen aannemelijk gemaakt dat hun gezamenlijke aanpak kan leiden tot een toereikend passend specialistisch hulpaanbod voor kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel. 

De inspecties concludeerden dat de regio’s Brabant en Amsterdam/Noord-Holland belangrijke stappen hadden gezet. Maar nog steeds ontving niet ieder kind met een door de rechter opgelegde jeugdbeschermingsmaatregel tijdig passende hulp. Vervolgens is in beide regio’s het verscherpt toezicht verlengd met zes maanden.

Verscherpt toezicht

De inspecties volgden de ontwikkelingen in deze regio’s het afgelopen half jaar intensief. Er is gesproken met verschillende professionals die een rol spelen in de jeugdbescherming en met vertegenwoordigers van alle betrokken partijen in de regio’s verbetering, maar deze is onvoldoende. Zij concluderen dat de ingezette maatregelen in de regio’s Brabant en Amsterdam/Noord-Holland niet hebben geleid tot de gewenste verbetering. Hierdoor ontvangt een deel van de kinderen met een door de rechter opgelegde jeugdbeschermingsmaatregel niet tijdig een vaste jeugdbeschermer en passende hulp.

Hoe nu verder

De inspecties blijven toezien op wat de instellingen zelf kunnen doen en verbeteren in hun eigen organisatie om kinderen zo goed mogelijk te beschermen. Zij zullen niet handhavend optreden als de oorzaken van de gesignaleerde problemen buiten de invloed van de instellingen liggen, bijvoorbeeld bij een ontoereikend hulpaanbod. 
De inspecties blijven incidententoezicht uitoefenen en gaan door met monitoren en signaleren van de ontwikkelingen in het jeugdbeschermingsveld.