Goede samenwerking in de zorg: nu belangrijker dan ooit

Voor elke patiënt een goede, passende en veilige plek voor zorg vinden is een uitdaging nu door het grote aantal coronabesmettingen de druk in de zorg oploopt. Het aantal patiënten thuis, in ziekenhuizen, verpleeghuizen en andere instellingen neemt toe. Tegelijkertijd is de uitval onder zorgverleners hoog door ziekte en quarantaine. De kwaliteit en continuïteit van de zorg komt hierdoor in het hele land onder druk te staan.

Samenwerking tussen zorgaanbieders in verschillende sectoren van de zorg is daarom meer dan ooit noodzakelijk. Die samenwerking gaat over de grenzen van individuele zorgaanbieders, vakgebieden en sectoren heen. Onder meer huisartsen, ziekenhuizen en verpleeghuizen maken lokaal afspraken. Zo kan de instroom en doorstroom van patiënten beter worden en krijgt iedere patiënt de zorg die hij nodigt heeft, op de juiste plek. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd ziet al veel goede voorbeelden ontstaan van samenwerking.

Knelpunten

Het kan voorkomen dat in de samenwerking knelpunten ontstaan. Zeker onder de huidige hoge druk waarin wordt gewerkt. Het is ingewikkeld om onder deze omstandigheden nieuwe samenwerkingen optimaal te gebruiken en bestaande samenwerkingsverbanden te verbeteren.

De inspectie kan en wil graag een bijdrage leveren om eventuele knelpunten in de samenwerking te helpen oplossen. De inspectie nodigt daarom zorgaanbieders uit daarover in gesprek te gaan en samen te kijken wat de inspectie daarin kan betekenen. Dat kan via de bij hen bekende contactpersoon, de IGJ-accounthouder of het Meldpunt van IGJ. De inspectie wil hierin een steunende en helpende rol aannemen.  

De afgelopen maanden heeft de inspectie bijvoorbeeld al kunnen helpen door zorgaanbieders die nog niet aangesloten waren, ook in een netwerk van zorgaanbieders te betrekken. Of twee zorgaanbieders aan elkaar kunnen koppelen, omdat het opnamebeleid van de één, grote gevolgen had voor de ander. Doordat de bestuurders met elkaar in contact kwamen, konden er goede afspraken worden gemaakt.


De IGJ ziet al veel goede voorbeelden van samenwerking:
  • Huisartsen bespreken met patiënten wat behandeling in het ziekenhuis in hun situatie zou betekenen en wat alternatieven hiervoor zijn;
  • Artsen in ziekenhuizen bekijken welke patiënten hun verdere herstel kunnen voortzetten in een verpleeghuis;
  • Particuliere klinieken lenen zorgverleners uit aan andere zorginstellingen om te ondersteunen in de zorg voor patiënten die urgente zorg nodig hebben;
  • Huisartsenposten (HAP) die pilots hebben gedaan met het overnemen van de telefoonlijnen van lokale huisartsenpraktijken. Dit voor het geval deze praktijken vanwege beperkte capaciteit genoodzaakt zouden zijn hun deuren te sluiten;
  • Een gezondheidscentrum dat een ruimte ter beschikking stelt om de revalidatie van COVID-19 patiënten daar voort te zetten, die niet in het ziekenhuis kon worden geleverd;
  • Zorgorganisaties die met elkaar een cohortverpleging opzetten waardoor snel opgeschaald kan worden;
  • Thuiszorgorganisaties, wijkverpleging en huisartsenpraktijken zetten een gezamenlijke COVID-19 route op om besmette cliënten thuis zorg te kunnen verlenen.