Inspectie vraagt opheldering over artsenverklaring over reizen zonder mondkapje in openbaar vervoer

Volgens berichten op internet zouden een huisarts en een psychiater betrokken zijn bij medische verklaringen waarmee mensen zonder mondkapje met het openbaar vervoer zouden mogen reizen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zal de huisarts en de psychiater om opheldering vragen over het afgeven van zulke medische verklaringen.

Aanvulling 1 september 2020

De inspectie heeft de huisarts en de psychiater gemaand zich te houden aan de professionele normen en richtlijnen die gelden binnen hun eigen beroepsgroepen.

De manier waarop de psychiater medische verklaringen heeft afgegeven over het niet hoeven dragen van een mondkapje, paste daar niet binnen en was daarmee niet toegestaan. De psychiater heeft de inspectie laten weten inmiddels gestopt te zijn met het afgeven van dergelijke medische verklaringen.

Ook aan de huisarts heeft de inspectie te verstaan gegeven dat de huisarts handelwijze en uitspraken in overeenstemming moet brengen met de normen en richtlijnen van de eigen beroepsgroep.

Mocht blijken dat de psychiater en/of de huisarts zich in de toekomst niet houden aan de normen en richtlijnen van hun beroepsgroepen, dan kan de inspectie maatregelen tegen hen overwegen.

Individuele verklaringen
Artsen kunnen na een persoonlijk consult van een patiënt wel een medische verklaring over het gebruik van mondkapjes afgeven als daar in specifieke, individuele situaties een goede reden voor is. Denk aan patiënten met ademhalingsklachten. De waarde daarvan in het maatschappelijk verkeer is echter niet dwingend. Dat wil zeggen dat de betrokken patiënten er geen rechten aan kunnen ontlenen. Zij moeten er dan waarschijnlijk nog steeds voor kiezen op een andere manier te reizen dan met het openbaar vervoer.

Algemeen
Als artsen of andere zorgaanbieders zich niet houden aan wettelijke regels of aan de normen en richtlijnen die voor hun eigen beroepsgroep gelden, kan de inspectie actie ondernemen. Dat varieert van het indringend wijzen op geldende regels, normen en richtlijnen, tot het opleggen van een maatregel of zelfs het starten van een tuchtrechtelijke procedure.