Bekkenbodemmatjes

Artsen gebruiken matjes van mesh voor verschillende behandelingen waarbij het lichaamseigen weefsel gescheurd is. Bijvoorbeeld om een liesbreuk te behandelen of voor het herstellen van een verzakking van de bekkenbodem. Deze pagina gaat alleen over de matjes die artsen gebruiken voor herstel van een verzakking van de bekkenbodem: de urogynaecologische mesh.

Artsen kunnen een verzakking in de bekkenbodem met verschillende ingrepen behandelen. Dat kan met lichaamseigen weefsel of met een bekkenbodemmatje (mesh). Een bekkenbodemmatje is een kunststof implantaat, dat permanent wordt vastgezet in het lichaam. Het is daarna bijna niet mogelijk om het te verwijderen. Een arts mag een matje alleen gebruiken als andere behandelingen voor de verzakking niet of onvoldoende helpen.

Er zijn verschillende typen matjes beschikbaar voor de bekkenbodem. Een arts kan het matje via de vagina inbrengen of via de buik. Matjes die gebruikt worden bij een ingreep via de vagina worden ook wel ‘transvaginale mesh (TVM)’ genoemd. Voor dit type matje is de afgelopen jaren veel aandacht geweest in de media. Patiënten geven ook aan klachten te ervaren van matjes die artsen via de buik plaatsen, de transabdominale mesh. Maar ook van bandjes die gebruikt worden om incontinentie tegen te gaan. Deze bandjes heten ook wel TVT-, TVT-O- of TOT-slings. Ze bestaan uit hetzelfde materiaal als de bekkenbodemmatjes.

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ontving tussen 2009 en 2012 veel meldingen over complicaties na ingrepen met bekkenbodemmatjes. De eerste meldingen waren aanleiding om een onderzoek te starten. Die meldingen gingen vooral over matjes die via de vagina worden ingebracht in de bekkenbodem; de transvaginale mesh. Naar aanleiding van klachten zijn in Nederland sinds 2011-2012 maatregelen getroffen.

Sindsdien zijn de richtlijnen voor artsen strenger geworden. Uitgangspunt is dat artsen alleen nog bekkenbodemmatjes plaatsen wanneer andere behandelingen onvoldoende helpen. Bovendien mogen alleen erkende specialisten in bepaalde, gespecialiseerde ziekenhuizen een behandeling met transvaginale mesh uitvoeren. Dit omdat de plaatsing ervan precisie en maatwerk vraagt. Voor transabdominale mesh zijn er nog geen expertisecentra.

In 2020 is de richtlijn voor toepassing van mesh in de bekkenbodem herzien. De eisen voor toepassing van transabdominale mesh en incontinentieslings zijn strenger geworden. Daarnaast mogen artsen transvaginale mesh alleen nog binnen klinisch studieverband gebruiken. Daarover kunt u meer lezen op de pagina Standpunt gynaecologen.

Heeft u binnenkort een ingreep voor een verzakking?

Een operatie heeft altijd risico’s. Dat betekent dat er altijd kans is dat u vervelende klachten aan de operatie overhoudt. Dat geldt zeker voor operaties waarbij een implantaat wordt gebruikt. Uw arts is verplicht u over deze risico’s te informeren. Ook moet uw arts u vertellen welke andere behandelingen voor u mogelijk zijn. U kunt dan samen met uw arts overleggen wat voor u de beste behandeling is.

Moet u binnenkort een ingreep ondergaan voor een verzakking? Dan is het belangrijk dat u hierover goede voorlichting krijgt. Schrijf daarom alle vragen op die u hebt. Neem de vragen mee naar het gesprek met uw arts. U kunt uw vragen dan stellen tijdens het gesprek met uw arts. Er staat ook veel informatie op de website van gynaecologen, de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en op de website van Bekkenbodem4all.

Veelgestelde vragen

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen hebt, kunt u kijken bij deze veelgestelde vragen en antwoorden. Hebt u een andere vraag, dan kunt u deze stellen aan het Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ). Bijwerkingen met implantaten kunt u melden bij het Meldpunt & Expertisecentrum Bijwerkingen Implantaten.

Meer informatie